Nieuw wetenschappelijk artikel over de evolutie van genderzorg voor minderjarigen in Vlaanderen
Een nieuw wetenschappelijk artikel over de evolutie van genderzorg voor minderjarigen in Vlaanderen in de afgelopen 15 jaar is zojuist gepubliceerd. TIP deelt graag de belangrijkste bevindingen en trends.
Meer uitgebreide informatie, cijfers en bronnen zijn terug te vinden in het artikelPDF zelf.
Introductie
De leeftijd waarop transgender en genderdiverse personen zich melden bij ziekenhuizen met een genderteam is gedaald, wat heeft geleid tot de oprichting van multidisciplinaire en gespecialiseerde pediatrisch genderteams.
In 2007 werd in het UZ Gent een pediatrisch genderteam opgericht, dat lange tijd het enige team in Vlaanderen was voor kinderen en adolescenten. Dit veranderde in 2023, toen ook ZNA Antwerpen (nu ZAS) een pediatrisch genderteam opstartte.
Beide ziekenhuizen maken deel uit van de conventie transgenderzorgExterne link. Zij werken multidisciplinair, wat wil zeggen dat er zorgverleners uit verschillende disciplines betrokken zijn. Het gaat dan onder meer om pediatrisch psychologen, psychiaters, endocrinologen en sociaal werkers, chirurgen, urologen en gynaecologen.
De data uit dit wetenschappelijk artikel zijn enkel gebaseerd op de werking van het pediatrisch genderteam van het UZ Gent, en bestrijken de periode van 2007 tot 2023.
Zorgbeleid pediatrisch genderteam UZ Gent
Sinds de opstart van het pediatrisch genderteam, tot september 2022, is het zorgbeleid grotendeels ongewijzigd gebleven en in lijn met de huidige richtlijnen. Echter, sinds 2018, kunnen enkel kinderen ouder dan 9 jaar een intakegesprek krijgen. Kinderen jonger dan 9 jaar en hun ouders, worden doorverwezen naar een externe kinderpsycholoog.
Hoe een zorgtraject en de gespreksbegeleiding er bij minderjarigen kan uitzien, lees je hier.Externe link
Het onderzoek
Wie werd opgenomen in dit onderzoek?
De hele groep van 890 minderjarigen (leeftijd < 17 jaar) die in het pediatrisch genderteam van UZ Gent een psychologische intake hadden tussen 2007-2023 werd betrokken. 65.5% of 583 van hen hebben een toegewezen vrouwelijk geboortegeslacht, 34.5% of 307 een toegewezen mannelijk geboortegeslacht.
Doelstellingen
De studie had verschillende doelstellingen, zoals het onderzoeken van:
- de evolutie in het aantal minderjarigen dat tussen 2007-2023 een psychologisch intakegesprek kreeg;
- de hoeveelheid minderjarigen die besloot om verder te gaan met genderzorg na een diagnose genderdysforie of genderincongruentie, en hoeveel van hen vervolgens doorstroomden naar genderbevestigende hormonen;
- de verschillen tussen alternatieve zorgprotocollen;
- de hoeveelheid personen die nog steeds genderbevestigende hormonen gebruikten op het moment van de gegevensverzameling en hoeveel personen kozen voor genderbevestigende chirurgie;
- de hoeveelheid minderjarigen die uiteindelijk stopten met de behandeling in hun genderteam;
- de redenen voor het stopzetten van de behandeling met puberteitsremmers of genderbevestigende hormonen.
Belangrijkste bevindingen
Aanmelding
- Sinds 2017 is er een geleidelijk toenemend aantal jongeren dat zich aanmeldt bij het UZ Gent.
- De verhouding RFAB/RMAB is geleidelijk toegenomen. Dit betekent dat er in de loop van de tijd relatief meer personen die bij de geboorte geregistreerd werden als vrouw (RFAB) zijn vergeleken met personen die bij de geboorte geregistreerd werden als man (RMAB) in de betreffende populatie.
- RFAB van ouder dan 10 jaar bij de eerste intake vormden de grootste groep van alle aanmelders.
keuze voor medische stappen (hormonen en chirurgie)
- 28.1% van de RFAB en 47.2% van de RMAB die een intake hadden bij het UZ Gent zette geen medische stappen. Deze percentages kunnen echter een overschatting vertegenwoordigen, aangezien sommige kinderen die nog in psychologische opvolging zijn, nog niet voldoen aan de criteria om met een medische transitie te starten op het moment van de dataverzameling.
- 66.9% van de RFAB en 52.8% van de RMAB startte met gonadale hormonale onderdrukkingsmedicatie.
- De mediaanleeftijd om op te starten met gonadale hormonale onderdrukkingsmedicatie was 16.41 jaar voor RFAB en 16.67 jaar voor RMAB.
- 74.6% van de RFAB en 86.4% van de RMAB op gonadale hormonale onderdrukkingsmedicatie, en ouder dan 16 jaar, startte genderbevestigende hormonen (testosteron of oestrogenen).
- De mediaanleeftijd om op te starten met genderbevestigende hormonen was 17 jaar voor zowel RFAB als RMAB.
- 91.6% van de RFAB en 90.7% van de RMAB zaten op het moment van de dataverzameling nog steeds op genderbevestigende hormonen.
- Borstverwijdering is de meest gekozen chirurgische ingreep, gevolgd door een baarmoeder- en eierstokverwijdering bij RFAB. Bij RMAB komen chirurgische ingrepen minder vaak voor, en als ze voorkomen is de vaginoplastie of/en teelbalverwijdering de vaakst gekozen ingreep.
Op zoek naar meer info rond genderzorg en meer specifiek het gebruik van puberteitsremmers bij minderjarigen? Neem onze uitgebreide webpagina's en FAQ pagina's door:
- 10 vragen over genderzorg bij minderjarigenExterne link
- 15 vragen over puberteitsremmersExterne link
- Uitgebreide pagina over puberteitsremmersExterne link
- Uitgebreide pagina over psychosociale begeleiding bij minderjarigenExterne link
Op zoek naar informatie en advies als of voor ouders of opvoedingsverantwoordelijken? Lees onze brochures en neem onze uitgebreide webpagina's voor ouders door:
- Van rups tot vlinderExterne linkPDF (infobrochure voor ouders van gendervariante kinderen)
- Kleurrijke startExterne linkPDF (infobrochure voor opvoedingsfiguren van jonge LGBT+ kinderen)
- Factsheet hoe jongeren ondersteunen bij de start van hun genderidentiteitszoektochtExterne linkPDF
- Webpagina's voor ouders en andere opvoedingsfigurenExterne link
- Webpagina's voor ouders en andere opvoedingsfiguren op gendervonk.beExterne link