1. Wat is de puberteit?
De puberteit is een overgangsperiode tussen kindertijd en volwassenheid waarin je lichamelijk en emotioneel verandert.
Deze periode begint meestal tussen de leeftijd van 8 en 13 jaar, hoewel het bij sommige jongeren eerder wat vroeger of later kan starten. Bij geboren meisjes begint de puberteit meestal tussen 8 en 12 jaar, bij geboren jongens tussen 9 en 13 jaar. Het tijdstip van het begin van de puberteit is verder afhankelijk van erfelijke factoren, voeding en omgeving.
Lichamelijk
Het lichaam ondergaat veranderingen doordat het vanaf de puberteit geslachtshormonen produceert. Vrouwelijk hormoon (oestradiol) wordt aangemaakt in de eierstokken, terwijl mannelijk hormoon (testosteron) in de teelballen wordt gemaakt.
Tijdens de puberteit geeft de hypofyse, een belangrijk kliertje in de hersenen, een signaal af dat de geslachtsklieren (eierstokken of teelballen) activeert. Dit signaal bestaat uit hormonen, kleine stofjes die in de bloedbaan worden vrijgegeven. De afgifte van hormonen gebeurt in pulsen, vergelijkbaar met golven, en de hoeveelheid ervan varieert overeenkomstig.
In het begin van de puberteit worden deze hormonen in kleinere hoeveelheden aangemaakt en langzaam aan het bloed afgegeven. Naarmate de puberteit vordert, neemt de hoeveelheid en snelheid waarmee de hormonen aan het bloed worden afgegeven toe, wat resulteert in een geleidelijke toename van geslachtshormonen.
Dit proces is vergelijkbaar voor zowel kinderen met een vrouwelijk als mannelijk geboortegeslacht. Het moment waarop de hypofyse het signaal afgeeft, kan niet nauwkeurig worden voorspeld. Het is echter opmerkelijk dat als één van de ouders laat in de puberteit kwam, diens kinderen vaak ook een later puberteitsbegin hebben.
Psychisch
Het is moeilijker om de psychologische veranderingen te beschrijven die tijdens de puberteit optreden. Vaak wordt gezegd dat de puberteit gelijk staat aan 'puberen', maar dit fenomeen doet zich ook soms voor bij jongeren die fysiek nog niet in de puberteit zijn.
Gedurende deze periode hebben jongeren vaak een sterkere drang om zelf beslissingen te nemen, los van de inmenging van ouders of leerkrachten. Hierdoor kunnen meningsverschillen ontstaan tussen jongeren en ouders of leerkrachten. Bovendien ervaren jongeren vaak stemmingswisselingen en voelen ze zich vaak onzeker over hun eigen lichaam en plaats in de vriendengroep.
2. Hoe verandert je lichaam tijdens de puberteit?
Tijdens de puberteit veranderen je uitwendige geslachtsdelen, lengtegroei en lichaamsbouw aanzienlijk. Ook beïnvloeden geslachtshormonen je lichaam. Zo beïnvloeden ze je botopbouw, ongeacht je geboortegeslacht. Hierdoor krijg je sterkere botten die minder snel breken. Dit proces blijft doorlopen tot ongeveer de leeftijd van 25 jaar.
Geboren met een vrouwelijk geboortegeslacht (of “geboren meisjes”)
Vanuit de eierstokken begint de puberteit meestal tussen de 8 en 12 jaar en kan deze tussen de 3 tot 4 jaren duren.
De borstontwikkeling begint met een klein gevoelig knopje onder de tepel dat binnen 2 tot 3 jaar uitgroeit tot een gevormde borst van een volwassene. Daarnaast krijg je ook schaam- en okselhaar, bredere heupen en de borststreek die groeit.
Bij het begin van de borstgroei begin je ook sneller te groeien in lengte. Dit noemen we een groeispurt. Aan het einde van de puberteit groei je (bijna) niet meer.
Tenslotte krijg je meestal pas voor het eerst je regels gemiddeld zo’n 2 jaar na het begin van de borstontwikkeling.
Geboren met een mannelijk geboortegeslacht (of “geboren jongens”)
Vanuit de teelballen begint de puberteit meestal tussen de 9 en 13 jaar en kan deze tussen de 3 en 4 jaar duren.
Je teelballen groeien langzaam en zijn binnen de 3 jaar uitgegroeid. Daarnaast krijg je meer lichaamshaar, spieropbouw en ook de penis en adamsappel groeien. De adamsappel ligt in het strottenhoofd, in de keel, waar ook de stembanden liggen. Doordat de adamsappel groeit, verandert de stem (lager). De stem verandert meestal 1 tot 1,5 jaar na het starten van de puberteit.
Een tweetal jaar na de start van de puberteit begin je in lengte te groeien. Dit noemen we een groeispurt. Aan het einde van de puberteit groei je (bijna) niet meer.
3. Wat zijn puberteitsremmers en hoe werken ze?
Puberteitsremming is een behandeling met hormonen. Hormonen zijn stofjes die via het bloed naar bepaalde delen van het lichaam gaan en daar voor een bepaald effect zorgen. Puberteitsremmers onderdrukken de aanmaak van geslachtshormonen door in te spelen op de hypofyse, een klier in de hersenen. In België worden GnRH-analogen gebruikt voor puberteitsremming.
Puberteitsremmers worden al sinds de jaren 1980 gebruikt voor de behandeling van kinderen die te vroeg in de puberteit komen, bijvoorbeeld als een kind van 5 jaar al tekenen van de puberteit heeft. Zo’n kind komt dan te jong in een groeispurt waarna het stopt met groeien. Daardoor blijft dit kind uiteindelijk vaak erg klein. Kinderen die te vroeg in de puberteit komen hebben meestal een aandoening die dit veroorzaakt.
Sinds midden de jaren 2000 gebruiken artsen in België en Nederland dezelfde puberteitsremmers voor kinderen die langdurig lijden aan genderincongruentie/genderdysforie. De hormonen die ze hiervoor gebruiken, zijn gelijkaardig als deze die de hypofyse aanmaakt om in de puberteit te komen. Alleen nu worden ze in de spier gespoten en vanuit de spier aan het lichaam afgegeven. Dit proces verloopt veel langzamer en de hoeveelheid hormonen die afgegeven wordt, is beter verdeeld. Hierdoor stopt de hypofyse met het aanmaken van puberteitshormonen waardoor de geslachtsklier (eierstok of teelbal) geen signaal meer krijgt om geslachtshormonen aan te maken.
Meestal gebruiken artsen puberteitsremmers die zo’n 12 weken werken. Na die tijd is het medicijn uitgewerkt en begint je hypofyse geleidelijk aan zelf weer te werken. Je hebt dan nieuwe puberteitsremmers nodig om te zorgen dat je eigen puberteit niet verder doorzet.
4. Waarom worden puberteitsremmers bij minderjarigen met genderincongruentie/genderdysforie gebruikt?
Sommige lichamelijke veranderingen van de puberteit zijn niet terug te draaien. Denk aan borstgroei of de verandering van de stem. Als je biologische geslacht niet past bij hoe je je voelt, kun je je hier zorgen over maken en hier psychisch erg onder lijden.
Als kind of jongere met genderdysforie kan de puberteit een tijd zijn van intense angst en stress. Bij de groep kinderen waarbij dit complex en emotioneel uitdagend proces zorgt voor ondraaglijk lijden (= genderdysforie/genderincongruentie), kunnen puberteitsremmers een belangrijke stap zijn om de verdere lichamelijke ontwikkeling te stoppen. Uit onderzoek blijkt dat jongeren zich hierdoor psychisch beter kunnen voelen1, 2.
Wanneer starten
De Vlaamse kinder- en jongeren genderteams hanteren strikte voorwaarden om te kunnen starten met puberteitsremmers om ervoor te zorgen dat dit op een veilige en zorgvuldige manier gebeurt.
Allereerst moet je gedurende een lange tijd begeleid worden door een multidisciplinair genderteam voor kinderen en jongeren. Momenteel zijn er slechts twee teams in Vlaanderen waar je als min 16-jarige terechtkunt: UZ Gent en ZNA Antwerpen.
Voordat je een behandeling met puberteitsremmers krijgt, heb je uitgebreide oriënterende gesprekken met een psycholoog die als doel hebben om je genderidentiteit (hoe je je vanbinnen voelt) vrij te verkennen en te bekijken hoe deze evolueert doorheen de tijd. Zowel jij als je gezin krijgen deze begeleiding.
Verder krijgen jij en je gezin informatie over de effecten en risico’s van de behandeling. Hiervoor word je ook onderzocht door een gespecialiseerde arts. De arts onderzoekt of je puberteit reeds uit zichzelf gestart is. Als er nog geen eigen puberteit is, kan deze ook niet geremd worden. Of je kunt starten met puberteitsremmers is dus niet gebonden aan leeftijd, maar aan je ontwikkelingsstadium. In de gesprekken met de arts, psychiater en psycholoog wordt ook uitgebreid stilgestaan bij de invloed van puberteitsremmers op je vruchtbaarheid.
Pas als alle stappen doorlopen zijn en de jongere en diens ouders volledig geïnformeerd zijn (d.w.z. een geïnformeerde toestemming kunnen geven), wordt besloten of de behandeling kan starten. Zorgverleners volgen hierbij onder andere de richtlijnen van WPATH, Externe linkde internationale vereniging voor en door zorgverleners die werken in transgenderzorg.
Wanneer niet meer starten
Soms kan het zijn dat het kinder- en jongeren genderteam, nadat ze erover hebben gepraat, besluit dat het nog niet de juiste moment is om te beginnen met puberteitsremmers of andere hormonale behandelingen, zelfs als je erom vraagt. Dit kan gebeuren omdat er andere belangrijke vragen zijn die eerst moeten worden beantwoord, zoals vragen over ontwikkelingsstoornissen of andere psychische problemen. Deze vragen kunnen dan voorrang krijgen op het starten van remmers of hormonen. Hiervoor wordt vaak doorverwezen naar hulpverleners buiten het genderteam.
Lichamelijk gezien kan het ook zijn dat je de puberteit al helemaal of voor een groot deel hebt doorlopen. Dan helpen remmers niet meer om de lichamelijke ontwikkeling tegen te gaan. De ontwikkelde borsten of penis/teelballen zijn dan al uitgegroeid. Ook andere lichaamsveranderingen zoals baardgroei, verandering van de stem, ... hebben zich dan al ontwikkeld. Puberteitsremmers kunnen dit proces niet meer omkeren.
Puberteitsremmers worden soms wel gegeven in deze fase om de maandstonden of erecties stil te leggen; maar hiervoor kunnen ook andere medicijnen genomen worden.
Als je kon starten met puberteitsremmers maar ervoor koos om dit niet te doen, kan je nog steeds op latere leeftijd ervoor kiezen om te starten met genderbevestigende hormonen (testosteron of oestrogenen + antiandrogenen). Niet starten met puberteitsremmers betekent dus ook niet dat er later geen andere medische stappen mogelijk zijn.
5. Kan je stoppen met puberteitsremmers?
Ja, de behandeling met puberteitsremmers is volledig omkeerbaar. Dit wil zeggen dat als je ermee stopt, de lichamelijke puberteitsontwikkeling terug hervat.
Hoewel de behandeling met puberteitsremmers op elk moment in samenspraak met je psycholoog en endocrinoloog kan gestopt worden, weten we uit onderzoek dat dit zelden gebeurt3. Uit een Nederlands onderzoek (2022) blijkt ook dat 98% van de jongeren die puberteitsremmers gebruiken, later overstappen op een hormonenbehandeling met testosteron of oestrogenen4.
Puberteitsremmers zijn dus geen "pauzeknop", maar een actieve stap in een gendertraject, die doordacht genomen dient te worden.
6. Hoe worden puberteitsremmers gegeven?
Je krijgt puberteitsremmers met een injectie (prik) in de spier. Een thuisverpleegkundige kan deze injectie elke 12 weken toedienen. De injectie kan wat gevoelig zijn. De eerste dagen na de prik kun je hoofdpijn krijgen. Meestal helpen pijnstillers zoals paracetamol hier goed tegen.
Je mag de injecties maximaal 2 weken eerder krijgen als je bijvoorbeeld op vakantie gaat, maar het is beter om de tijd tussen de injecties niet (veel) langer dan 12 weken te laten. Tussen 2 injecties zit dus altijd minimaal 10 en maximaal 12-13 weken. Als de injecties niet op het juiste moment worden gegeven, kan de eigen puberteit weer terugkomen.
7. Wat kun je van puberteitsremmers verwachten?
Puberteitsremmers zorgen ervoor dat de ontwikkeling van je puberteit wordt afgeremd, maar ze gaan de ontwikkelingen die al plaatsvonden niet tegen. Wanneer je stopt met puberteitsremmers zet de normale ontwikkeling zich ook verder.
Als je de puberteit volgens vrouwelijk geboortegeslacht wilt afremmen
Heb je al volgroeide borsten? Dan worden deze vaak minder gevoelig en gespannen, maar ze worden niet kleiner, hoogstens wat slapper.
Als je al ongesteld bent geworden, stopt dit als je puberteitsremmers krijgt. Je vagina wordt ook minder vochtig. Binnen de maand na de eerste injectie kan er wel nog bloedverlies optreden, nadien meestal niet meer.
Je schaamlippen stoppen met groeien. De beperkte groei van de schaamlippen kan ervoor zorgen dat er onvoldoende weefsel is om later een (grotere) balzak te construeren mocht je dat willen.
Als je de puberteit volgens mannelijk geboortegeslacht wilt afremmen
Je penis en teelballen stoppen met groeien. Dit is voor velen een gewenst effect. Anderzijds zorgt de beperkte groei van de penis ervoor dat er soms onvoldoende weefsel is om later een genderbevestigende genitale operatie (bv. vaginoplastie) te kunnen krijgen, zonder dat men extra weefsel vanuit je darm moet gebruiken.
Ook stopt de extra haargroei en vertraagt de groei van de spieren.
Puberteitsremmers voorkomen dat je stem lager wordt, maar als je stem al lager is, kunnen puberteitsremmers dit niet omkeren.
Als je penis en teelballen al helemaal zijn uitgegroeid, verandert dit niet meer. Puberteitsremmers zorgen er wel voor dat je geen erecties meer krijgt. Ook de verandering van de lichaamsbouw kan niet meer omkeren.
Puberteitsremmers hebben geen invloed op de eindlengte of de lichaamsverhoudingen.
8. Kan ik met puberteitsremmers zorgen dat ik niet meer menstrueer?
Als je in de vroege puberteit remmers gebruikt, zal er geen menstruatie zijn zolang je de remmers gebruikt.
Indien de puberteit al volledig is doorlopen, hebben puberteitsremmers maar een beperkte invloed op het lichaam. Ze kunnen wel helpen bij het stoppen van de menstruatie. Dit resultaat kan ook worden bereikt met andere medicijnen, zoals progesteron tabletten, die bovendien minder kans geven op botontkalking. Deze worden niet ingespoten en zijn ook veel goedkoper.
9. Wat is de invloed van puberteitsremmers op vruchtbaarheid?
Onderzoek toont aan dat tussen 1/3 en 2/3 van de trans jongeren een kinderwens heeft. Ongeveer een kwart vindt het kunnen krijgen van genetisch-eigen kinderen belangrijk. Velen onder hen zijn onzeker rond hun kinderwens en vragen zich af of hun gevoelens over ouderschap in de toekomst zouden kunnen veranderen. Of en hoe puberteitsremmers effect hebben op de vruchtbaarheid is dus een belangrijke vraag5.
Puberteitsremmers zorgen ervoor dat je lichaam niet verder in de puberteit komt. Maar voor zover bekend, is dit geen blijvend effect als je stopt met de puberteitsremmers.
Bij kortdurend gebruik zijn er geen nadelige gevolgen bekend voor de werking van zaadballen, eierstokken, baarmoeder en borsten. Voor langdurig gebruik van puberteitsremmers (meerdere jaren) is dit niet nog niet goed onderzocht.
Als je de puberteit volgens vrouwelijk geboortegeslacht wilt afremmen
Als je in de toekomst je eigen eicellen wilt gebruiken om kinderen te krijgen, moet je minstens 3 tot 6 maanden stoppen met puberteitsremmers (en/of testosteron). Dit moet je doen om ervoor te zorgen dat je eierstokken weer rijpe eicellen aanmaken.
Je kan je eicellen laten invriezenExterne link in ziekenhuizen die een dienst voor reproductieve geneeskunde hebben. Dit is enkel mogelijk op het einde van de puberteit. Als je met puberteitsremmers start in een vroege fase van de puberteit kunnen er nog geen eicellen ingevroren worden, omdat ze hiervoor nog niet voldoende rijp zijn.
Als je de puberteit volgens mannelijk geboortegeslacht wilt afremmen
Als je in de toekomst je eigen zaadcellen wilt gebruiken om kinderen te krijgen, moet je minstens 3 tot 9 maanden stoppen met puberteitsremmers. Dit moet je doen om ervoor te zorgen dat je teelballen weer zaadcellen aanmaken. Je mag dan ook nog niet gestart zijn met vrouwelijke hormonen (oestrogenen).
Je teelballen maken pas zaadcellen aan als ze een bepaalde grootte hebben. Hiervoor moet je dus al enige tijd in de puberteit zijn. Daarom bespreken de artsen dit met jou en je ouders vóór- je met puberteitsremmers start.
Je kan je zaadcellen laten invriezenExterne link in ziekenhuizen die een dienst voor reproductieve geneeskunde hebben. Dit is enkel mogelijk op het einde van de puberteit. Als je met puberteitsremmers start in een vroege fase van de puberteit kunnen er nog geen zaadcellen ingevroren worden, omdat ze hiervoor nog niet voldoende rijp zijn.
10. Hebben puberteitsremmers effect op de psychoseksuele ontwikkeling?
Een behandeling met puberteitsremmers wordt opgestart bij kinderen op jonge leeftijd ( +- 10 jaar). De effecten op de psychoseksuele ontwikkeling zijn niet onderzocht en dit valt ook moeilijk te onderzoeken. Meestal hebben kinderen op deze erg jonge leeftijd nog geen libido of een uitgesproken seksualiteitsbeleving.
Voor wat betreft de lichamelijke ontwikkeling, zien zorgverleners dat na de opstart met puberteitsremmers bij jongeren met een vrouwelijk geboortegeslacht de vagina droger kan worden. Ook kunnen seksuele gevoelens minder intens worden. Bij jongeren met een mannelijk geboortegeslacht wordt er geen sperma aangemaakt. Ook bij hen kunnen seksuele gevoelens minder intens worden.
11. Hebben puberteitsremmers bijwerkingen?
Puberteitsremmers worden nog niet heel lang gebruikt voor jongeren met genderincongruentie/genderdysforie. Daarom zijn de effecten en mogelijke risico’s op lange termijn voor deze groep nog niet uitgebreid onderzocht. Lees verder onder vraag 13.
Het vergelijken van de effecten van puberteitsremmers bij jongeren met genderdysforie/genderincongruentie met die bij andere jongere kinderen, zoals kinderen met een veel te vroege puberteit, is niet eenvoudig, ondanks het langere gebruik van remmers in deze laatste groep. Jongere kinderen horen namelijk geen geslachtshormonen aan te maken, de puberteitsremmers zorgen ervoor dat bij deze kinderen de puberteit even uitgesteld wordt tot de typische leeftijd om in puberteit te komen. Dit betekent dat de gekende effecten op lange termijn in een andere groep onder dezelfde remmers niet kan vergeleken worden met jongeren met genderdysforie/genderincongruentie. Zij starten immers in een ander ontwikkelingsstadium en ervaren mogelijks andere effecten.
Mogelijke bijwerkingen
- Irritatie aan de huid: de plek waar de prik gegeven is kan enkele dagen pijnlijk zijn. Je kan ook huiduitslag krijgen.
- Hoofdpijn: bij het begin van de behandeling kun je last hebben van hoofdpijn.
- Opvliegers: aanvallen van warmte, een rood gezicht en zweten. Dit komt vooral voor als de puberteit al een tijdje aan de gang is geweest.
- Stemmingswisselingen: dit houdt in dat je bijvoorbeeld plots boos of verdrietig en dan weer heel blij kan zijn.
- Je gewicht kan toenemen.
- Je groeit minder snel.
- Je kan last hebben van een hoge bloeddruk. Dit wordt gecontroleerd door de arts die de behandeling opvolgt.
- Je botopbouw gaat minder snel dan bij leeftijdsgenoten (dus je ontwikkelt minder sterke botten)(*)
(*)Door de aanmaak van de hormonen testosteron of oestrogenen bouwen je botten in de puberteit meer kalk op. Omdat je geen testosteron of oestrogenen aanmaakt als je puberteitsremmers gebruikt, bouw je dus minder kalk op in je botten. Dit heeft vooral later gevolgen. Dan kan je op veel jongere leeftijd dan gewoonlijk botontkalking en botbreuken krijgen6. Gelukkig zijn er ook andere dingen die je kan doen om de botkwaliteit zo goed mogelijk te houden (lees verder onder vraag 12). Bespreek dit ook met je arts. Die zal jou meer uitleg en tips geven.
Controles in een multidisciplinair genderteam
De behandeling met puberteitsremmers is een medische handeling waarvoor je regelmatig op controle moet gaan. Zo kan de arts zien wat het effect is van de behandeling en nagaan of er bijwerkingen zijn. Je gaat daarvoor elke 6 maanden langs bij het ziekenhuis waar je opgevolgd wordt.
Meestal wordt 2 keer per jaar bloed genomen om de hoeveelheid hormonen in je bloed te meten en mogelijke bijwerkingen op te sporen. Daarnaast heb je regelmatig gesprekken met de psycholoog. Als je twijfelt over de behandeling kun je dit altijd bespreken. In dat geval zoekt het genderteam samen met jou en je ouders naar een alternatief.
12. Wat kun je zelf doen om gezond te blijven als je puberteitsremmers neemt?
Bewegen en voeding
Een bijwerking van puberteitsremmers is dat de opbouw van kalk in je botten minder wordt. Daarom is het belangrijk om je botten in een zo goed mogelijke conditie te houden. Dit kan door voldoende te bewegen: minstens 3 keer per week 30 minuten intensief bewegen of elke dag 1 uur matig intensief.
Ook raden we aan om elke dag 3 porties calcium- (kalk)houdende producten te gebruiken, zoals zuivelproducten. Kijk op de website van Gezond LevenExterne link om te zien in welke producten veel calcium zit.
Gezond leven
Omdat bijwerkingen van puberteitsremmers op lange termijn nog niet bekend zijn, is het belangrijk om het risico op complicaties zoals hart- en vaatziekten en suikerziekte zo laag mogelijk te houden. Daarom geldt het advies om gezond te leven. Dit houdt in dat je:
- een gezond gewicht hebt of nastreeft,
- gezond eet en drinkt,
- voldoende sport/beweegt
- niet rookt of drugs gebruikt
- niet teveel alcohol drinkt
13. Waarom is er discussie over het gebruik van puberteitsremmers?
In sommige landen vinden mensen het een moeilijke kwestie als jongeren met genderincongruentie/genderdysforie behandeld worden met puberteitsremmers. Dat is bijvoorbeeld zo in Zweden, Groot-Brittannië en Frankrijk.
Mensen zijn bezorgd omdat we nog niet genoeg weten over wat er op lange termijn kan gebeuren als jongeren deze remmers nemen. Ze vinden dat de voordelen (het verbeteren van hoe de jongere zich voelt) onvoldoende opwegen tegen de risico’s die de jongere loopt door de remmers wel te gebruiken. De neveneffecten van puberteitsremmers op jongeren zijn bijvoorbeeld onvoldoende onderzocht door de farmaceutische bedrijven.
Soms wordt gesuggereerd om onderzoek te doen met een controlegroep. Het is echter niet wenselijk om een controlegroep te hebben waarbij de ene groep jongeren wel mag beginnen met behandeling en de andere niet. Het toestaan van behandeling voor sommige jongeren met genderdysforie en het ontzeggen ervan aan anderen zou niet alleen onethisch zijn, maar ook zeer moeilijk uit te leggen aan een jongere/gezin die om hulp vraagt en onbedoeld in de groep wordt geplaatst waarin de behandeling niet wordt gestart.
Er zijn ook gevallen bekend waarbij jongeren spijt hadden van de behandeling. Ze vonden dat hun arts hen niet goed genoeg had verteld over wat er kon gebeuren.
Een ander punt van bezorgdheid is dat de behandeling met puberteitsremmers vaak start op erg jonge leeftijd (meestal rond de 10 jaar), wat de vraag doet rijzen of jongeren op die leeftijd echt goed kunnen begrijpen wat de effecten van deze behandeling zijn. Bijvoorbeeld het effect op vruchtbaarheid en of ze op die jonge leeftijd al goed kunnen aanvoelen of ze later kinderen willen. Dit onderwerp wordt dan ook uitgebreid opgenomen in de oriënterende gesprekken die voorafgaan aan de opstart met remmers in een multidisciplinair kinder- en jongeren genderteam (zie vraag 4).
Ter informatie: tussen 2007 en 2022 zijn er binnen het multidisciplinair kinder- en jongeren genderteam van UZ Gent 88 minderjarigen gestart met puberteitsremmers. Dit is 8% van het totaalaantal minderjarigen die een eerste gesprek hadden in diezelfde periode (88/1048). De gemiddelde leeftijd bij opstart met puberteitsremmers (GnRH-analogen) is 12 jaar.
Omwille van bovenstaande bezorgdheden pleiten de EPATH,Externe link WPATHExterne link, de Orde der ArtsenExterne link en de kinder- en jongeren genderteams in Vlaanderen voor een multidisciplinaire aanpak waarbij verschillende zorgdisciplines, waaronder gespecialiseerde artsen en psychologen/psychiaters, samen met de jongere en hun ouders beslissen welke behandeling het meest aangewezen is. Dit om te bewaken dat er zorgvuldig en veilig wordt omgesprongen met puberteitsremmers. Indien goed doordacht en begeleid kunnen ze immers een groot verschil maken voor het welzijn van een jongere. Het niet-starten van de puberteitsremmers is geen neutrale handeling en heeft ook mogelijke negatieve gevolgen voor de jongere in de toekomst.
14. Kun je ook puberteitsremmers krijgen bij de huisarts of andere ziekenhuizen?
In België zijn GnRH-analogen op voorschrift verkrijgbaar, maar EPATH, WPATH, de Vlaamse genderteams en de Orde der Artsen adviseren om de begeleiding en behandeling van jongeren met genderincongruentie/genderdysforie te voorzien in een gespecialiseerd multidisciplinair kinder- en jongeren genderteam.
Het TIP volgt deze adviezen en raadt af om zonder begeleiding van een multidisciplinair kinder- en jongeren genderteam met puberteitsremmers te starten.
In het kinder- en jongeren genderteam van UZ Gent geldt dat de behandeling met puberteitsremmers die opgestart werd door een huisarts of in een ander team niet wordt overgenomen door het team van het UZ Gent. Omdat de voorafgaandelijke diagnostische uitwerking niet door de psychologen van het kinder- en jongeren genderteam van het UZ Gent is gebeurd, kan het team hier geen verantwoordelijkheid in opnemen.
Vanaf het moment dat de behandeling gestart is, is het wel mogelijk dat je huisarts of meestal een thuisverpleegkundige de opdracht krijgt om je de injecties te geven. Zo hoef je niet telkens naar het ziekenhuis te gaan.
15. Is een behandeling met puberteitsremmers duur?
Nee, puberteitsremmers worden in de gespecialiseerde kinderen en jongeren genderteams volledig terugbetaald.
Ook de medische opvolging en bloedafnames worden terugbetaald volgens de standaard terugbetalingstarieven.
Meer info
- Van rups tot vlinder: Infobrochure voor ouders van gendervariante kinderen (2018)PDF
- Adviestekst Orde der Artsen: De medische ondersteuning voor minderjarigen met genderdysforie (09/12/2023)Externe link
- Internationale zorgrichtlijnen voor de gezondheid van transgender en genderdiverse personen (2022)PDF
- Artikel: Uitdagingen in de zorg voor kinderen en jongeren met genderdiversiteit (2022)PDF
- Artikel: Steunend ouderschap bij genderdysforie (2022)PDF
Bronnen
- 1Nos, A. L., Klein, D. A., Adirim, T. A., Schvey, N. A., Hisle-Gorman, E., Susi, A., & Roberts, C. M. (2022). Association of Gonadotropin-Releasing Hormone Analogue Use With Subsequent Use of Gender-Affirming Hormones Among Transgender Adolescents. Journal of the American Medical Association , 5(11), e2239758. https://doi.org/10.1001/jamanetworkopen.2022.39758.
- 2Kuper, L. E., Stewart, S., Preston, S., Lau, M., & Lopez, X. (2020). Body Dissatisfaction and Mental Health Outcomes of Youth on Gender-Affirming Hormone Therapy. Pediatrics, 145(4), e20193006. https://doi.org/10.1542/peds.2019-3006
- 3Wiepjes, C. M., Nota, N. M., de Blok, C. J., Klaver, M., de Vries, A. L., Wensing-Kruger, S. A., ... & den Heijer, M. (2018). The Amsterdam cohort of gender dysphoria study (1972–2015): trends in prevalence, treatment, and regrets. The journal of sexual medicine, 15(4), 582-590.
- 4van der Loos, M. A. T. C., Hannema, S. E., Klink, D. T., den Heijer, M., & Wiepjes, C. M. (2022). Continuation of gender-affirming hormones in transgender people starting puberty suppression in adolescence: a cohort study in the Netherlands. The Lancet. Child & Adolescent Health, 6(12), 869–875. https://doi.org/10.1016/S2352-4642(22)00254-1
- 5Chiniara LN et al.. Perspectives on fertility preservation and parenthood among transgender youth and their parents. Arch Dis Child. 2019
Strang JF et al. Transgender Youth Fertility Attitudes Questionnaire: Measure Development in Nonautistic and Autistic Transgender Youth and Their Parents. J Adolesc Health. 2018
Persky RW et al. Attitudes Toward Fertility Preservation Among Transgender Youth and Their Parents. J Adolescent Health. 2020
Nahata L et al. Reproductive Attitudes and Behaviors Among Transgender/Nonbinary Adolescents. J Adolescent Health. 2020
Durcan E et al. Fertility Desire and Motivation Among Individuals with Gender Dysphoria: A Comparative Study. J Sex Marital Ther. 2022.
Morong JJ et al. Parenting Intentions in Transgender and Gender-Nonconforming Adults. Int J Gynaecol Obstet. 2022. - 6Van Silvia: Ciancia, S., Dubois, V., & Cools, M. (2022). Impact of gender-affirming treatment on bone health in transgender and gender diverse youth. Endocrine Connections, 11(11).
Is deze pagina duidelijk?
Laatst nagekeken op: .