Wat is een borstverwijdering?

De verwijdering van borsten wordt met een moeilijke medische term ‘subcutane mammectomie’ genoemd. Hierbij wordt een platte(re) borstkas verkregen door:

  • het verwijderen van het teveel aan borstklierweefsel;
  • het verkleinen van de tepel en het tepelhof (indien nodig);
  • een correctie van het overschot aan huid;
  • het herpositioneren van de tepel.

Voorwaarden

  • In het bezit zijn van een verwijsbrief: ja*
  • Hormonale behandeling: kan voor of zonder aanvang van hormoontherapie
  • Minimumleeftijd: 17 jaar

*Om in aanmerking te komen voor een borstverwijdering dien je in het bezit te zijn van een verwijsbrief van een psychisch hulpverlener (psycholoog, psychiater, seksuoloog, etc.). Bij voorkeur is dat iemand van op onze zorgkaartExterne link of werkzaam binnen een genderteamExterne link , maar dat hoeft niet per se. 

Verloop van de ingreep

Afhankelijk van het volume van borsten, het teveel aan huid, de elasticiteit van de huid, de tepels en het tepelhof, worden voor deze operatie verschillende technieken gebruikt1 .

Semicircular techniek

Bij kleine borsten en elastische huid kan dit gebeuren via een kleine incisie aan de onderrand van het tepelhof. In deze gevallen is er nadien weinig of geen litteken merkbaar.

Transareolar techniek

Bij kleine borsten met grote of meer prominente tepels kiest men meestal voor de transareolare techniek. De tepel wordt hierbij ook verkleind. Het litteken dat daarbij over het tepelhof loopt is meestal wat beter zichtbaar dan bij de semicirculaire techniek.

Concentric circular techniek

Bij grotere borsten (cup B-C), of kleine borsten met een minder elastische huid (bijvoorbeeld door jarenlang afbinden – zie verder) wordt de incisie rondom het tepelhof gemaakt en het weefsel op die manier weggehaald. Het voordeel van deze techniek is dat men teveel aan huid kan weghalen en de tepel kan herpositioneren.

Extended concentric circular techniek

Een gelijkaardige techniek is de ‘extended concentric circular techniek’ die soms werd gebruikt wanneer er veel huidoverschot en gerimpelde huid aanwezig was. Hierbij werden naast een incisie rondom het tepelhof ook nog één of twee driehoekige incisies gemaakt om dit huidoverschot te corrigeren.

Deze techniek wordt ondertussen bijvoorbeeld in het UZ Gent niet meer gebruikt omwille van de hoge mate van complicaties (de meerderheid van de afgestorven tepels gebeurde met deze techniek). Als alternatief voor de 'extended concentric circular techniek' gebruikt men tegenwoordig de ‘inferior pedicled mammaplasty techniek’, waarbij de incisie en het litteken gelijkaardig zijn aan de free nipple graft techniek (zie verder).

Free nipple graft techniek

Voor grote of meer hangende borsten (meestal vanaf cup C) wordt de ‘free nipple graft techniek’ gebruikt. Bij deze techniek wordt de borst volledig verwijderd en het tepelhof getransplanteerd naar de juiste positie op de borstkas. Dit zorgt voor een langer litteken onder de borst. 

Beslissingsboom: welke techniek?

In de praktijk wordt een beslissingsboom gebruikt om in overleg met de patiënt te beslissen welke techniek zal toegepast worden. 

Een borstverwijdering via liposuctie, een techniek waarbij lichaamsvet op een bepaalde plaats wordt weggezogen, is niet mogelijk, aangezien het weefsel dat verwijderd wordt bestaat uit klieren en niet uit vet. Liposuctie kan eventueel wel gebruikt worden op het einde van de procedure om complete symmetrie van de borstkas te bekomen, indien nodig.

Het is onder bepaalde omstandigheden ook mogelijk om een borstkas te construeren zonder behoud van tepels (bijvoorbeeld omwille van een tatoeage). Dit dient grondig besproken te worden met de chirurg.

Mogelijke complicaties

Bij ongeveer 10% van de borstverwijderingen treden complicaties op2 . Algemene mogelijke complicaties na de operatie zijn:

  • Bloeduitstortingen en infecties;
  • Tepels die ongelijk genezen;
  • Zichtbare littekens (afhankelijk van welke techniek).

In zeer zeldzame situaties sterft de tepel volledig af. Dit gebeurt tegenwoordig nog zeer weinig doordat de 'extended concentric techniek' niet meer accuraat gebruikt wordt. Ondanks een vrij laag complicatiepercentage, is er voor 1/3 van de patiënten wel een bijkomende ingreep nodig om het resultaat te verbeteren, in overeenstemming met de persoonlijke wensen.

Belangrijk om te weten is dat de elasticiteit van de huid een sleutelfactor is voor het resultaat van de chirurgische ingreep. Hoe minder elastisch de huid is, hoe meer kans op complicaties en littekenvorming.

Binders en andere afbindmethoden hebben een negatieve invloed op de elasticiteit van de huid. Daarom wordt sterk afgeraden om de borststreek af te binden met bijvoorbeeld plakband of verbanden, aangezien door het plat duwen van de borststreek de huid wordt uitgerekt. Als men de borststreek echt wil afbinden, zijn hier speciale hesjes/binders voor ontworpen. Ook met een binder/hesje blijft het belangrijk om die niet te lang te dragen (max. 8 uur per dag). Meer info over hesjes/binders lees je hier.

Tot slot heeft ook roken een negatieve invloed op zowel de huidkwaliteit als de wondgenezing na de operatie. Personen die een borstverwijdering zullen ondergaan, worden aangemoedigd om te stoppen met roken voor de ingreep plaatsvindt.

Opname en herstel

De opnameduur is 1 à 2 dagen. De herstelperiode duurt enkele weken. Houd ermee rekening dat een bijkomende ingreep om het esthetische resultaat te verbeteren mogelijk is.

Algemeen moet je rekening houden met een arbeidsongeschiktheid tot 6 weken indien je een zwaar beroep uitoefent. Als schoolgaande adolescent word je 2 à 3 weken op rust geschreven, naast 6 weken geen sportieve activiteit.

Nazorg

Na de ingreep zal je enkele dagen last hebben van pijn en spierstramheid. Er wordt aangeraden om enkele weken een compressiehesje te dragen. In de periode na de ingreep zal je enkele keren op controle moeten.

De ingreep brengt littekens met zich mee. Aan de verzorging van deze littekens dient voldoende aandacht aan besteed te worden. Er zijn twee types verzorging die worden aangeraden:

Hydrateren

Enerzijds is het belangrijk voldoende te hydrateren. Hierbij dien je de littekens dagelijks in te smeren met een hydraterende crème (type Nivea, Alhydran, ...).

Tapen

Anderzijds kun je de littekens ook tapen. Het tapen heeft twee functies.

  1. Ten eerste verdeelt het de krachten, die normaal spelen op het dunne litteken, over de gehele breedte van de tape. Daardoor heeft het litteken minder de neiging om te verbreden.
  2. Ten tweede zorgt het voor het tegenhouden van (natuurlijk) vochtverlies via de huid ter hoogte van het litteken waardoor het litteken goed gehydrateerd blijft.

Meestal wordt een bruingekleurde micropore papiertape (2cm breed) gebruikt, gezien deze het minst opvalt. Het is mogelijk om te douchen, zwemmen en sporten met deze tape. Na drie dagen wordt men geacht deze te vervangen (verwijderen gebeurt bij voorkeur onder de douche, gezien de tape dan makkelijker los komt). Er wordt aangeraden minstens 6 maanden te tapen. Bij goed resultaat wordt dit verder gezet tot 1 jaar na de ingreep.

Hypertrofe littekens

Na de ingreep kunnen hypertrofe littekens ontstaan. Dit type litteken is meestal rood, verdikt en verheven en kan ook jeuk geven of pijn doen. Als je nog niet gestart was met tapen, zal dit worden aangeraden. Wanneer het gaat om dikke hypertrofe littekens kunnen deze worden geïnjecteerd met cortisone, hetgeen het littekenproces onderdrukt.

Bij een goed resultaat kan dit 3 tot 4 keer worden herhaald totdat het litteken weer dun en soepel wordt. In sommige gevallen kan er van papiertape naar siliconepatches worden overgegaan, maar dit is casus per casus te bekijken.

Microneedling

Het is mogelijk om littekens achteraf minder zichtbaar te maken door middel van microneedling, een techniek die het natuurlijke herstelproces van de huid stimuleert door gebruik te maken van microperforaties met minuscule naaldjes. Je kan hiervoor terecht bij een dermatoloog of een esthetisch instituut.

Kostprijs

Het ziekenfonds betaalt ongeveer 90% van de kosten voor de ingreep terug. Voor een ziekenhuis zijn daarmee niet alle kosten gedekt. Daarom rekent elk ziekenhuis de patiënt een eigen bijdrage aan dewelke kan schommelen van € 1.000 à € 3000, inclusief remgeld en opleg voor medicatie.

Meer informatie over de kostprijs vind je hier.

Laatst nagekeken op: .