Transgender en genderzoekende jongeren en hun ouders verdienen de beste zorg

PANO reportage "trans tieners"

De televisiezender Eén pakte in 2023 uit met een PANO reportage getiteld “trans tieners” te zien. Een thema dat bij voorbaat controverse wekt, en zo werd ook al duidelijk in de trailer en later ook in de reportage zelf. Transgenderzorg voor kinderen en jongeren (meer bepaald medische zorgopties) krijgt soms kritiek. 

Voor de een handelt men te voorzichtig. Trans jongeren hebben er namelijk heel veel baat bij om zo vroeg mogelijk te kunnen starten met een behandeling. Voor de ander is men dan weer niet voorzichtig genoeg. Zij halen aan dat het om minderjarigen gaat en zij nog te jong zijn om voldoende de gevolgen te kunnen inschatten. Hierin een evenwicht vinden is moeilijk en zorgverleners actief binnen dit veld proberen zoveel als mogelijk te objectiveren op basis van wetenschappelijke data. Via een multidisciplinaire aanpak kunnen ze ervoor zorgen dat alle beslissingen aangewezen en weloverwogen zijn.

Als TIP vinden we het uitermate belangrijk dat er wetenschappelijk correcte informatie wordt gedeeld, en steunen wij ervaren zorgverleners die kinderen en jongeren begeleiden in hun genderzoektocht en/of transitie. 

In de reportage ging men dieper in op hoe én hoeveel trans jongeren begeleid worden binnen het Kinderen- en jongeren genderteam van UZ Gent. Maar ook op wat de wetenschap (nog niet) weet over de effecten van bepaalde zorgopties (bv. puberteitsremmers) en de kritische vragen die daaruit voortvloeien. Ze lieten verschillende trans personen en zorgverleners aan het woord. Sommigen onder hen roepen op tot voorzichtigheid als het op de zorg voor minderjarigen aankomt.

Zorg voor jongeren

Sinds de opstart van het Centrum voor Seksuologie en Gender (dewelke voornamelijk bestaat uit psychologen, psychiaters en sociaal werkers. Het maakt deel uit van het groter overkoepelende en multidisciplinair genderteam van het UZ Gent) in 2007 ontving het centrum 1048 minderjarigen. De jongere en diens gezin starten steeds bij een kinderpsycholoog die gespecialiseerd is. De kinderpsycholoog gaat samen met de jongere de genderidentiteit exploreren en tracht de hulpvraag en noden scherp te krijgen. 

Naast een kinderpsycholoog worden ook een psychiater, sociaal werker en endocrinoloog betrokken indien nodig en gewenst. Alles wordt overlegd en beslist samen met de ouders en binnen het multidisciplinair team. Een jongere krijgt zorg op maat waar ruimte is voor het individuele verhaal. Die zorg kan louter gespreksbegeleiding inhouden, maar kan ook overgaan tot medische ingrepen. 

Trans adolescenten ondersteunen met genderbevestigende medische ingrepen (in dit geval puberteitsremmers en de daar vaak op volgende genderbevestigende hormonen) is uitgegroeid tot de meest algemeen aanvaarde klinische aanpak in gespecialiseerde ziekenhuizen die inzetten op transgenderzorg rondom de wereld en is een geaccepteerde “best practice” onder gespecialiseerde clinici. Het maakt deel uit van de twee belangrijkste internationale richtlijnen in dit gebied: de zorgstandaarden van de WPATH (World Professional Association for Transgender Health)Externe link en ook de richtlijnen voor klinische praktijken van de Endocrine Society. Ook aanleunende professionele organisaties zoals European Society of Pediatric Endocrinology, de European Society of Endocrinology, de Pediatric Endocrine Society, en de American Association of Clinical Endocrinologists onderschrijven deze behandelingsprotocollen.

Het klopt dat in een relatief jong veld zoals dat van transgenderzorg aan adolescenten, er op heel wat fysieke aspecten vragen open liggen. Hulpverleners zijn hier eerlijk over, en deze informatie (wat weet men wel, en wat nog niet) wordt meegenomen in elk beslissingsproces. Als TIP steunen we niet alleen die zorgverleners, maar ook onderzoekers die zich hierop willen toeleggen. Zij kunnen terecht op onze pagina voor onderzoekers voor meer informatie over onderzoek, ethiek en infobronnen.

Niettegenstaande de beperkte maar aangroeiende evidentie, was en blijft er de consensus dat het niet-starten van de puberteitsremmers geen neutrale behandeling is, en dat het niet-starten mogelijke negatieve gevolgen kan hebben voor de jongere in de toekomst.

Het beperken tot enkel psychologische zorg tot men volwassen is, is voor sommige jongeren niet de beste zorg. Velen onder hen kampen met genderdysforieExterne link . Een onbehagelijk gevoel, of een gevoel van lijden omdat hun geboortegeslacht niet (volledig) overeenstemt met hoe ze zich voelen en identificeren. Die tegenstelling kan door de lichamelijke ontwikkelingen in de puberteit een niet te onderschatten lijdenslast veroorzaken. Die jongeren vinden het ondraaglijk om hun lichaam in een richting te zien evolueren die niet past bij hun genderidentiteit. 

Het is belangrijk om jongeren hierin te horen, hun verhaal niet af te zetten als 'verwardheid in de puberteit' en hen te ondersteunen. De eerste stap om jongeren met genderdysforie en hun gezin te ondersteunen, is luisteren. Daarna gaat men via multidisciplinaire aanpak samen zoeken naar antwoorden op de hulpvraag. En ja, hormoontherapieën behoren soms tot die antwoorden, maar altijd weloverwogen.

Aan elke stap in het zorgtraject gaan verschillende gesprekken vooraf tussen jongeren, hun ouders en zorgverleners van het genderteam. De voor- en nadelen worden zorgvuldig afgewogen. De jongeren en hun ouders moeten goed begrijpen wat elke stap inhoudt. Jongeren met een bijkomende kwetsbaarheid, zoals bijvoorbeeld autisme of depressie, helpen zij op maat en in nauwe samenwerking met andere hulpverleners.

Het is belangrijk om te beseffen dat wanneer we de puberteit bij adolescenten die genderincongruentie of -dysforie ervaren laten gebeuren, dit geen neutrale handeling is en zelfs levenslang schadelijke effecten voor een transgender jongere kan meebrengen.

Meer jongeren in de zorg, hoe komt dat?

Dat er in de laatste jaren meer jongeren zich aanmelden is een feit. Uit het grote onderzoek Leven als transgender persoon in België – tien jaar laterExterne link PDF  bleek immers dat ongeachte de generatie van de respondent, de gemiddelde leeftijd van bewustwording rond de 12 jaar blijft. De coming-out leeftijd is echter in de laatste generatie sterk aan het dalen, wat maakt dat in de jongste generaties meer minderjarigen zich reeds durven outen en bijvoorbeeld hun ouders inlichten. Op zich een positieve evolutie, doch misschien ook één met nieuwe uitdagingen.

Ook internationaal groeien er meer inzichten wat betreft de proportie en omvang van deze groep. De proportie van transgenderidentiteiten wordt momenteel geschat op 0,3% tot 0,5% onder volwassenen en 1,2% tot 2,7% onder kinderen en adolescenten. Gegevens van de Canadese volkstelling van 2021, om een voorbeeld te noemen, toonden aan dat 0,33% van de 30,5 miljoen burgers zich identificeerde als transgender of niet-binair. Bij de millennials (geboren tussen 1981 en 1996) was dat 0.51% en bij de Generatie Z (geboren tussen 1997 en 2006) zelfs 0.79%. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een deel daarvan vroeg of laat ook hulpvragen heeft en zich aanmeldt bij een gespecialiseerd centrum voor transgenderzorg. Of dat dan andere profielen jongeren zijn of niet, is in België nog niet in kaart gebracht. 

Cijfers uit België en Nederland tonen inderdaad aan dat er sprake is van een verandering in sekse ratio. Vroeger was er een meerderheid aan jongeren met een mannelijk geboortegeslacht, nu is er een duidelijk een meerderheid aan jongeren met een vrouwelijk geboortegeslacht die zich aanmelden. Maar een studie uit Nederland toonde aan dat naast die verandering in sekse ratio, er verder géén veranderingen waren in de demografische, psychologische, diagnostische of behandelingskarakteristieken. Deze bevindingen, zo stellen de auteurs, lijken te veronderstellen dat de onlangs waargenomen sterke toename van doorverwijzingen van adolescenten aantoont dat hulp zoeken voor genderdysforie meer genormaliseerd is geworden, eerder dan dat adolescenten die doorverwezen worden naar genderteams met lagere intensiteiten van genderdysforie of meer psychologische moeilijkheden zouden kampen.

Nood aan meer opvang en informatie

Meer en meer ouders, maar ook scholen, en andere instanties die zich richten op jongeren, zijn vandaag vragende partij voor opvang en informatie. Projecten zoals “Alle liefs voor M/V/X” van de GezinsbondExterne link zijn dan ook broodnodig. Steun van de ouders blijft een essentieel element in een medisch en sociaal  transitieproces. We zijn onze overheid dan ook erg dankbaar dat ze deze projecten mogelijk maken.

Als TIP vinden we het dan ook erg belangrijk dat er meer dan één plek bestaat waar deze zorg volgens boven vernoemde richtlijnen wordt aangeboden. Wachttijden zoals vandaag (18 maanden) voor kinderen en jongeren, vinden wij onaanvaardbaar. Waar dat volwassenen op velerlei plaatsen een eigen zorgpad kunnen samenstellen (onze zorgkaart Externe link biedt hiervoor een goed overzicht), zijn er in heel België slechts 2 multidisciplinair centra voor minderjarigen.

Tot slot: instroom in de zorg betekent helemaal niet dat een jongere richting transitie zou worden gepusht. Het betekent wel een veilige plek om op je eigen tempo je identiteit te verkennen.

Uit cijfers van het UZ Gent blijkt dan ook dat van alle minderjarigen die een eerste gesprek hadden in de voorbije 15 jaar (2007-2022), slechts 8% van de ruim 1000 minderjarigen met puberteitsremmers is gestart. Voor de helft van deze jongeren is er nog helemaal geen medicamenteuze stap gezet. Maar intussen is er wel met mens en macht de best mogelijke zorg gegeven aan ouders en kind. En daar draait het om. 

Kinderen en jongeren hebben recht op gespecialiseerde zorg en zorgverleners die hen met de nodige warmte en kennis benaderen.

Meer lezen? Nood aan een gesprek?

Bleef je na de uitzending met vragen of bezorgdheden zitten? We nodigen iedereen uit om onze website te raadplegen en ons te contacteren indien er toch nog vragen leven of indien je nood hebt aan een gesprek. Het TIP is er voor jou!

HierExterne link kan je meer lezen over de aanpak van de multidisciplinaire zorg aan kinderen en jongeren.

Ouders kunnen terecht op onze pagina’s voor oudersExterne link

Bronnen

  • Annelou L. C. de Vries, Christina Richards, Amy C. Tishelman, Joz Motmans, Sabine E. Hannema, Jamison Green & Stephen M. Rosenthal (2021) Bell v Tavistock and Portman NHS Foundation Trust [2020] EWHC 3274: Weighing current knowledge and uncertainties in decisions about gender-related treatment for transgender adolescents, International Journal of Transgender Health, 22:3, 217-224, https://doi.org/10.1080/26895269.2021.1904330Externe link  
  • Canada is the first country to provide census data on transgender and non-binary people. 2022. https://www150.statcan.gc.ca/n1/daily-quotidien/220427/dq220427b-eng.htExterne link
  • Coleman, E., Radix, A. E., Bouman, W.P., Brown, G.R., de Vries, A. L. C., Deutsch, M. B., Ettner, R., Fraser, L., Goodman, M., Green, J., Hancock, A. B., Johnson, T. W., Karasic, D. H., Knudson, G. A., Leibowitz, S. F., Meyer-Bahlburg, H. F.L., Monstrey, S. J., Motmans, J., Nahata, L., ... Arcelus, J. (2022). Standards of Care for the Health of Transgender and Gender Diverse People, Version 8. International Journal of Transgender Health, 23(S1), S1-S260. https://doi.org/10.1080/26895269.2022.2100644Externe link
  • Giordano, S. (2008). Lives in a chiaroscuro. Should we suspend the puberty of children with gender identity disorder? Journal of Medical Ethics, 34(8), 580–584. https://doi.org/10.1136/jme.2007.021097Externe link
  • Giordano, S., & Holm, S. (2020). Is puberty delaying treatment ‘experimental treatment’? International Journal of Transgender Health, 21(2), 113–121. https://doi.org/10.1080/26895269.2020.1747768Externe link ;
  • Hembree, W. C., Cohen-Kettenis, P. T., Gooren, L., Hannema, S. E., Meyer, W. J., Murad, M. H., ... & T’Sjoen, G. G. (2017). Endocrine treatment of gender-dysphoric/gender-incongruent persons: an endocrine society clinical practice guideline. The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism, 102(11), 3869-3903.
  • Zhang, Q., Goodman, M., Adams, N., Corneil, T., Hashemi, L., Kreukels, B., Motmans, J., Snyder, R., & Coleman, E. (2020). Epidemiological considerations in transgender health: A systematic review with focus on higher quality data. International journal of transgender health, 21(2), 125–137. https://doi.org/10.1080/26895269.2020.1753136Externe link