Genderdysforie

Genderdysforie verwijst naar een ongemak of leed dat wordt veroorzaakt door een conflict tussen iemands genderidentiteit en het toegewezen geboortegeslacht (en de bijbehorende genderrol en/of primaire en secundaire geslachtskenmerken). Genderdysforie ontstaat vaak in de kindertijd, maar kan ook tijdens of na de puberteit en later in het leven, of zelfs helemaal nooit ontstaan bij trans personen. Het bestaat uit twee elementen: lichaamsdysforie en sociale dysforie.

Lichaamsdysforie

Wanneer iemands lichaamskenmerken niet aansluiten bij hoe die zich voelt en de persoon hierom ernstig ongemak ervaart, spreken we over lichaamsdysforie. Over het algemeen is de lichaamstevredenheid bij transgender personen lager dan bij cisgender personen1 . De lichaamstevredenheid stijgt echter vaak na hormoontherapie of één/meerdere genderbevestigende ingrepen2 .

Sociale dysforie

Sociale dysforie treedt op wanneer iemand wordt behandeld als een gender waarmee die zich niet identificeert. Men kan sociale dysforie ervaren in interactie met anderen, bijvoorbeeld door aangesproken te worden als meisje, terwijl men zich als jongen of non-binair identificeert. Ook kan sociale dysforie uitgelokt worden door het gebruik van gescheiden ruimtes, zoals bijvoorbeeld publieke toiletten of kleedkamers3

Genderincongruentie

Genderincongruentie wordt net zoals genderdysforie omschreven als een psychisch leed dat wordt veroorzaakt door het ongemak dat ontstaat uit de incongruentie tussen de genderidentiteit en het toegewezen geboortegeslacht. Het voorkomen van gendervariante gedragingen of interesses zonder incongruentiegevoel, zijn onvoldoende voor een diagnose 'genderincongruentie'. Ook genderincongruentie kan zich manifesteren in de kindertijd, rond de puberteit of latere leeftijd. 

Ervaren alle trans personen dysforie/incongruentie?

Volgens de actuele visies in transgenderzorg kan iemand perfect een genderdiverse identiteit- of/en expressie hebben zonder dat er enige nood tot medische behandeling of psychologische begeleiding mee gepaard gaat. Niet alle trans personen ervaren dus een conflict, en dus ongemak of lijden, tussen lichaamskenmerken en identiteitsbeleving. Wanneer trans personen een vorm van medische behandeling of psychologische begeleiding wél noodzakelijk vinden, heeft die voornamelijk als doel de beleefde genderdysforie/genderincongruentie te verminderen.

Hoe een transitie of genderzoektocht eruit ziet, is dus hoogst persoonlijk en verschillend voor elke trans persoon. De ene persoon kan nood hebben aan enkel sociale veranderingen, terwijl de andere veranderingen nodig acht op sociaal, juridisch en lichamelijk niveau. Het traject is in die zin minder heteronormatief en binair dan voorheen, en staat ook open voor non-binaire personen of niet-normatieve zorgvragen. 

Dysforie/incongruentie en transitie

Van de personen die genderdysforie/genderincongruentie ervaren, wensen slechts 28,6-50% te starten met genderbevestigende hormonen of chirurgie. Zo'n één op de vijf trans personen ervaart lichaamsdysforie. Van deze groep wenst slechts minder dan de helft medische hulp. Ongemak ervaren met je lichamelijke kenmerken gaat dus niet altijd samen met een medische interventie om je gender te bevestigen.

In België geeft 78% trans vrouwen, 51% trans mannen, 17% non-binaire personen, 14% genderqueer personen en 9% genderfluïde personen aan stappen te hebben ondernomen om hun lichaam in overeenstemming te brengen met hun genderidentiteit4 .

Genderdysforie hangt dus soms, maar zeker niet altijd, samen met een vorm van transitie. Bij transitie denken we spontaan aan hormonen of operaties. Echter zijn er verschillende aspecten van een genderbevestigende transitie die niet altijd medisch hoeven te zijn. Lees verder op de pagina 'Wat betekent een transitie?'.

Genderdysforie/genderincongruentie als diagnosetermen

In de zorg wordt vaak gewerkt met classificatiesystemen van diagnoses. Er zijn momenteel 2 soorten van classificatiesystemen in gebruik: de diagnose 'genderdysforie' (DSM-5) en 'genderincongruentie' (ICD-11).

Genderdysforie volgens DSM-5

Deze diagnoseterm is opgenomen in het psychiatrisch classificatiesysteem “Diagnostic and statistical manual of mental diseasesExterne link ”, kortweg DSM-5. Dit handboek is uitgegeven door de American Psychiatric Association (APA) en wordt in heel veel landen aanzien als hét handboek voor psychiatrische diagnostiek.

Voor de diagnose genderdysforie moet de betrokkene duidelijk een ander gender uitdrukken/ervaren dan het gender dat anderen hem/haar/hen zouden toekennen. Dat moet minimaal een half jaar zo zijn. Bij kinderen moet de wens om tot het andere gender te behoren aanwezig zijn en het kind moet dat zelf kunnen verwoorden. De aandoening veroorzaakt volgens deze diagnose “klinisch significante lijdensdruk, beperkingen in het sociale of beroepsmatige/schoolse functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen”5 .

Genderincongruentie volgens ICD-11

Deze diagnoseterm staat in huidige “International Classification of Diseases 11th RevisionExterne link “, kortweg ICD-11. De ICD is uitgegeven door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). In deze versie zijn alle gendergerelateerde categorieën verwijderd uit het hoofdstuk over mentale en gedragsstoornissen, waar ze voordien stonden. De nieuwe gendergerelateerde categorieën heten: 'Genderincongruentie in adolescentie en volwassenheid' en 'Genderincongruentie bij kinderen'. Deze categorieën zijn opgenomen in hoofdstuk 17 over “Conditions related to sexual healthExterne link ”. 

De reden om toch een diagnoseterm te behouden (maar dan niet meer als mentale stoornis, maar als een seksuele gezondheidsgerelateerde conditie) is om de terugbetaling van transgenderzorg te waarborgen. Er zijn wel meer (medische) condities die zorg kunnen behoeven, en dus terugbetaling, denk bijvoorbeeld aan zwangerschap en bevalling. 

Gendereuforie

Gendereuforie wordt gedefineerd als het genieten van of tevreden zijn met je genderidentiteit en gegenderde kenmerken6 . Dit kunnen kenmerken zijn die je bij de geboorte toegewezen kreeg (geslachtskenmerken, genderrollen…) of die je later zelf gekozen hebt (kledij, genderbevestigende ingrepen, …). Niet alleen trans personen kunnen dus gendereuforie ervaren, maar ook cisgender personen. Welke kenmerken je dit gevoel geven, kan van het moment en de context afhangen. Aangezien dit een relatief nieuw concept is, is er nog geen alomvattende definitie van het begrip. 

Toch worden in dit onderzoek7  de ervaringen van trans personen met gendereuforie in kaart gebracht. Gendereuforie wordt in het onderzoek omschreven als een reeks van intense positieve emoties zoals geluk, blijdschap, zichzelf aantrekkelijk vinden, voelen dat ze de wereld aankunnen, bevestiging. Het kan een blijvend, maar ook een sterk wisselend gevoel zijn. Men ervaart gendereuforie op verschillende domeinen: lichamelijke en fysieke aspecten, psychologische of interne aspecten (zoals het over jezelf denken als iemand van je gender, zelfbevestiging), en sociaal (in interactie gezien en behandeld worden als je gender). 

Verhalen en ervaringen van gendereuforie worden steeds meer naar buiten gebracht en gedeeld. Net zoals bij dysforie, kan het bij euforie zowel gaan over lichaamseuforie (zoals bijvoorbeeld geluk voelen bij een bepaald deel van je lichaam)8 , als sociale euforie (zoals bijvoorbeeld correct gegenderd worden)9

Mensen die zich trots en gelukkig voelen, zijn minder gevoelig aan afwijzing10 . Als positieve rolmodellen beïnvloeden zij ook anderen rond hen. Hierdoor is het ook belangrijk om in te zetten op het delen van positieve ervaringen.

Laatst nagekeken op: .