Gebruik van voornaamwoorden
Als je over iemand praat gebruik je verwijswoorden. Dit zijn woorden om naar een persoon te verwijzen. In het Nederlands gebruiken we volgende voornaamwoorden om naar mannen en vrouwen te verwijzen:
- hij/hem/zijn
- zij (of ze)/haar/haar
Er is nog geen volledige overeenstemming welke voornaamwoorden gebruikt kunnen worden om te verwijzen naar non-binaire personen of personen in het algemeen. Er zijn echter wel al een aantal genderneutrale voornaamwoorden in omloop. De meest courante sets zijn:
- die/hen/hun
- hen/hen/hun
- die/die/diens (of dies)
Meestal korten mensen dit af naar hij/hem, zij/haar, die/hen, hen/hun en die/diens. Heel veel non-binaire personen gebruiken ook de Engelse variant they/them/their, of afgekort: they/them. Daarnaast zijn er nog heel wat andere sets, of zogenaamde ‘neopronouns’, mogelijk.
Wanneer je het gender van iemand kent:
Gebruik altijd de voornaamwoorden die de persoon in kwestie verkiest om naar hem/haar/hen/die/... te verwijzen.
Gender |
Persoonlijke voornaamwoorden |
Bezittelijke voornaamwoorden |
|
---|---|---|---|
|
onderwerpsvorm |
voorwerpsvorm |
|
Vrouwelijk |
Zij/Ze luistert muziek in de wachtruimte. |
Ik spreek haar aan. |
Haar muziek staat te luid. |
Mannelijk |
Hij luistert muziek in de wachtruimte. |
Ik spreek hem aan. |
Zijn muziek staat te luid. |
Non-binair |
Die luistert muziek in de wachtruimte. Hen luistert muziek in de wachtruimte. Die luistert muziek in de wachtruimte. |
Ik spreek hen aan. Ik spreek hen aan. Ik spreek die aan. |
Hun muziek staat te luid. Hun muziek staat te luid. Diens/dies muziek staat te luid. |
Wanneer iemand genderneutrale voornaamwoorden verkiest, betekent dit niet dat je de persoon in kwestie in het meervoud moet aanspreken. Die verwarring ontstaat soms door het gebruik van ‘hen’ en ‘hun’, wat normaliter als meervoudsvorm gebruikt wordt. Zeg bijvoorbeeld niet: "hen luisteren muziek in de wachtruimte", maar: "hen luistert muziek in de wachtruimte" of "die luistert muziek in de wachtruimte".
Wanneer je het gender van iemand niet kent of het om een groep personen gaat:
We maken vaak op basis van iemands voorkomen of genderexpressie een veronderstelling over het gender van de persoon in kwestie, en gebruiken de verwijswoorden die daar volgens ons bij passen. Jammer, want op die manier worden heel wat mensen misgenderd. Iemands genderexpressie komt namelijk niet altijd overeen met iemands genderidentiteit. Misschien zie je op het eerste zicht een vrouw of meen je een vrouwenstem te horen, maar wees je ervan bewust dat iemands uiterlijk of stem kan afwijken van iemands innerlijke beleving.
Weet je niet goed hoe je naar iemand kan verwijzen? Ga dan niet uit van eigen interpretatie, houd het neutraal of/en vraag er naar. Je kan het anderen makkelijker maken door jezelf voor te stellen met jouw eigen voornaamwoorden en actief die van de ander te bevragen. Bijvoorbeeld: “Hoi, ik ben Pol. Mijn voornaamwoorden zijn hij/hem/zijn. Wat zijn die van jou?". Of: "Hallo, mijn naam is Pol (hij/hem/zijn). Hoe heet jij en welke voornaamwoorden gebruik je voor jezelf?". Of: "Goeiemiddag, ik heet Pol (hij/hem/zijn), welke aanspreekvorm mag ik voor jou gebruiken en hoe mag ik naar jou verwijzen?".
Gebruik die/die/diens als je de voorkeur of het gender van de persoon in kwestie niet kent, en niet in de mogelijkheid bent om het te vragen. ‘Die’ heeft als voordeel dat het al lange tijd als verwijswoord voor alle genders gebruikt wordt. Het is ook een enkelvoudsvorm, in tegenstelling tot ‘hen’ en ‘hun’, die normaal gezien verwijzen naar een groep mensen. Over de bezitsvorm bij die is nog geen duidelijkheid. Onder meer ‘diens’ en ‘dies’ zijn mogelijk:
- Een voordeel van ‘diens’, is dat het sowieso al gebruikt wordt als bezitsvorm. Het nadeel van ‘diens’ is dat het vrij formeel klinkt en als mannelijk geïnterpreteerd kan worden.
- Een voordeel van ‘dies’ is dat het minder makkelijk als mannelijk geïnterpreteerd wordt. Het nadeel van ‘dies’ is dat het nog niet voorkomt als bezitsvorm. Het sluit wel aan bij reeds gekende bezitsvormen als ‘vaders beroep’ of ‘Barts rugzak’.
Oefenen en fouten maken mag
Het vergt wat oefening om vertrouwd te geraken met genderneutrale voornaamwoorden. Net zoals het niet zo evident is om iemand in transitie met de (eventuele) nieuwe voornaam aan te spreken en ernaar te verwijzen met de ‘nieuwe’ voornaamwoorden. Twee trucjes om fouten te vermijden: gebruik de lidwoorden ‘de’ en ‘het’ in combinatie met iemands voornaam of spreek enkel de voornaam uit. Bijvoorbeeld: "De boekentas van Finn ligt nog op school" of "Finns boekentas ligt nog op school" in plaats van: "hun of diens boekentas ligt nog op school".
Maak je toch een foutje, excuseer je dan even kort en ga door met het gesprek. Een serenade aan verontschuldigingen kan als ongemakkelijk ervaren worden. Iedereen maakt fouten, en daar hebben bijna alle trans personen begrip voor. Een totaal gebrek aan verontschuldiging en iemand blijven misgenderen of met de oude naam (deadname) aanspreken, of het nu opzettelijk of onopzettelijk is, kan wel als ongemakkelijk of zelfs kwetsend ervaren worden. Vermijd ook om te spreken in termen van ‘echte naam’ en ‘nieuwe naam’. Hoor je dat iemand anders veelvuldig fouten maakt, corrigeer dan gerust op een respectvolle rustige manier.
Bij rechtstreekse communicatie zoals in een wachtzaal, aan de telefoon of in een gespreksruimte gebruik je geen verwijswoorden. Dan kan je jezelf dus niet verspreken. Bijvoorbeeld: "Heeft u een afspraak gemaakt?" of "Ben jij daar akkoord mee?".
Voornaamwoorden in e-mailhandtekening of bio
Je kan ervoor opteren om je eigen voornaamwoorden aan je e-mailhandtekening of bio toe te voegen. Een klein gebaar met een grote impact. Je toont je niet alleen solidair ten opzichte van LGBTI+ personen, je communiceert ook duidelijk over hoe mensen naar je mogen verwijzen.
Als bedrijf of organisatie kan je ook werknemers of leden aanmoedigen om de voornaamwoorden in de e-mailhandtekening op te nemen. Dit heeft het meeste effect wanneer iedereen dit doet. Op die manier is het iets team gedragen en niet enkel iets van non-binaire werknemers of leden, wat hen dan extra zichtbaar (en soms ook extra vatbaar voor stigma) maakt. Ga echter nooit iemand verplichten om de voornaamwoorden op te nemen in de e-mailhandtekening of op een naamkaartje. Niet iedereen voelt zich er comfortabel bij of is er al helemaal aan uit welke voornaamwoorden passend zijn.
Genderneutrale voornaamwoorden internationaal
Taalpuristen opperen wel eens graag dat het gebruik van genderneutrale voornaamwoorden taalkundig gezien niet correct is. Onze taal is echter continu in beweging. Zo is SMS-taal ook nog maar de laatste jaren wat ingeburgerd geraakt. In Zweden hoeft men al jaren niet meer te kiezen tussen ‘han’ (hij) of ‘hon’ (zij), want in 2015 kreeg het genderneutrale ‘hen’ een wettelijke status. In een aantal andere talen, zoals bijvoorbeeld het Turks, zijn er geen gegenderde voornaamwoorden. Sinds 2022 zijn er nu ook officiële richtlijnen opgesteld door de Taal UnieExterne link rond het gebruik van voornaamwoorden.
Ontwijkstrategieën voor mannelijke verwijswoorden
Wil je verwijzen naar personen in het algemeen? Vaak wordt gebruik gemaakt van mannelijke verwijswoorden, maar er zijn ontwijkstrategieën. Je kan het gebruik van verwijswoorden vermijden door je zin waar mogelijk anders te formuleren:
Meervoudsvorm gebruiken
In plaats van |
Verkies |
---|---|
De cliënt toont vrijwillig zijn identiteitskaart. |
Cliënten tonen vrijwillig hun identiteitsbewijs. |
Bezittelijk voornaamwoord vervangen door lidwoord
In plaats van |
Verkies |
---|---|
Een hulpverlener moet zijn cliënten de kans geven om zich uit te spreken. |
Een hulpverlener moet het cliënteel/de cliënt de kans geven om zich uit te spreken. |
Tweede persoon enkelvoud gebruiken
In plaats van |
Verkies |
---|---|
Een patiënt kan zijn medisch dossier online raadplegen. |
Een patiënt kan medische dossiers online raadplegen. |
Zinsconstructie aanpassen en verwijswoord vermijden
In plaats van |
Verkies |
---|---|
De cliënt stuurt zijn attest naar het secretariaat. |
Gelieve je attest te sturen naar het secretariaat. |
Bezittelijk voornaamwoord weglaten
In plaats van |
Verkies |
---|---|
De verpleegkundige draagt steeds haar uniform tijdens de werkuren. |
Als verpleegkundige draag je steeds je uniform tijdens de werkuren. |
Passieve vorm gebruiken
In plaats van |
Verkies |
---|---|
Een directeur moet zijn leerkrachten de kans geven om zich bij te scholen. |
Leerkrachten moet door de directeur de kans worden gegeven zich bij te scholen. |
Meer info
Is deze pagina duidelijk?
Laatst nagekeken op: .