Wat is geslacht?
"En ken je het geslacht al? Wordt het een jongetje of een meisje?" Een vraag die ieder zwanger gezin soms tot vervelens toe te horen krijgt. De geslachtsbepalende echo is dan ook voor velen een belangrijk moment om naar uit te kijken. Vanaf dan krijgt het kind namelijk een geslacht toegewezen. Het geslacht omvat karakteristieken die een persoon heeft met betrekking tot hun genitaliën of voortplantingsorganen. Een ander woord voor geslacht is sekse.
De toewijzing van een geslacht gebeurt door een arts en op basis van uiterlijke geslachtskenmerken: een vulva of een penis. Maar het concept geslacht wordt niet alleen door deze uiterlijke geslachtskenmerken bepaald, maar bestaat uit een aantal elementen:
- Genetisch geslacht
Chromosomen zoals XX, XY,...
- Gonadaal geslacht
Geslachtsklieren zoals eierstokken/eierstokweefsel, teelballen
- Fenotypisch geslacht
Primaire uitwendige geslachtskenmerken zoals clitoris, vagina, binnenste en buitenste schaamlippen, penis en balzak
- Secundaire geslachtskenmerken
geslachtskenmerken die zich pas later bij de intrede van de puberteit ontwikkelen zoals haargroei, stem, borstontwikkeling,...
Deze elementen samen maken deel uit van wat men 'geslacht' of 'sekse' noemt.
Toewijzen van geslacht
In de praktijk wordt voor het toewijzen van een geslacht enkel/vooral rekening gehouden met de primaire geslachtskenmerken. Bij de geboorte nemen artsen visueel waar of er een penis of vulva vast te stellen is, en dit wordt zo juridisch vastgelegd op de geboorteakte. Hierbij hanteren artsen normen over hoe een lichaam eruit moet zien om een baby als man of vrouw te registreren. vaak hebben mensen de veronderstelling dat er slechts twee mogelijke opties zijn: een mannelijk of vrouwelijk geboortegeslacht.
De medische wetenschap toont aan dat de klassieke opdeling mannelijk/vrouwelijk geboortegeslacht te beperkend is voor de realiteit en 'geslacht' dus veel meer variaties kent. Op het niveau van chromosomaal geslacht zien we bijvoorbeeld dat bij mensen naast XX (meest voorkomende vorm van vrouw) en XY (meest voorkomende vorm van man) ook X, XXY, XYY en XXXY chromosomen worden gevonden1 . Ook zien we dat de verschillende kenmerken van geslacht in verschillende combinaties mogelijk zijn.
Geslachtskenmerken/toegewezen geboortegeslacht
Als we over geslacht of sekse spreken, is het daarom beter om de termen ‘geslachtskenmerken’ of ’toegewezen geboortegeslacht’ te gebruiken2 .
‘Geslachtskenmerken’ impliceert dat het slechts lichamelijke kenmerken zijn waar dan een geslacht aan wordt gekoppeld3 . Het impliceert ook dat er niet slechts twee geslachten zijn, maar dat verschillende combinaties van kenmerken mogelijk zijn.
‘Toegewezen geboortegeslacht' vestigt aandacht op het feit dat geslacht geen vaststaand of binair gegeven is. Een dokter beslist dus welk geslacht geregistreerd wordt bij de pasgeborene. De wet laat hierbij voorlopig slechts twee opties toe: M of V.
Variaties in geslachtskenmerken / intersekse
Variaties op de gekende binaire indeling (M/V) worden benoemd met de term ‘variaties in geslachtskenmerken’. Men spreekt dus over variaties in geslachtskenmerken wanneer de fysieke geslachtskenmerken van een persoon niet volledig passen binnen de normen gesteld door de medische wereld en/of binnen de gangbare socio-culturele opvatting.
Vaak wordt hiervoor de term ‘intersekse’ gebruikt. In de medische wereld spreekt men soms van ‘DSD’: ‘disorders of sex development’ (‘stoornissen in de geslachtsontwikkeling’). De term ‘differences in sex development’ is een betere interpretatie van DSD: verschillen in de geslachtsontwikkeling. Een verschil is immers geen stoornis. Bovendien leiden deze variaties zelden tot ernstige medische problemen. Er kunnen wel complicaties ontstaan wanneer een medische behandeling wordt opgestart om de geslachtskenmerken te doen passen binnen de normen van M of V. Deze behandelingen zijn echter niet altijd medisch noodzakelijk en vinden ook vaak plaats zonder instemming van het kind/pasgeborene.
Intersekse personen worden dus geboren met een lichaam dat niet helemaal overeenkomt met de heersende norm van hoe een mannen- of vrouwenlichaam er uit hoort te zien. Het gaat hierbij over diversiteit in geslachtskenmerken zoals een baarmoeder, hormoonklieren, chromosomen of genitaliën. Het gaat voor alle duidelijkheid niet over genderbeleving of seksuele oriëntatie. Op het informatieplatform Ideminfo.beExterne link lees je meer over intersekse/DSD.
Video: intersekse, wat is dat?
Hoe ontstaan variaties in geslachtskenmerken?
Een variatie in geslachtskenmerken kan ontstaan door een andere combinatie/samenstelling in de chromosomen, of door een ongevoeligheid voor de werking van seksehormonen tijdens de prenatale ontwikkeling (d.w.z. voor de geboorte). Slechts een klein deel van deze variaties is zichtbaar bij de geboorte. De arts merkt dan op dat de genitaliën of voorplantingsorganen geen standaard vorm hebben. Andere vormen van deze variaties worden pas duidelijk wanneer de zogenaamde geslachtshormonen tijdens de puberteit in werking treden (of net niet). En tot slot kan het ook zijn dat een dergelijke variatie zelfs nooit wordt opgemerkt. Hierdoor is het bij de geboorte moeilijk om op basis van de genitaliën een uitspraak te doen over het geboortegeslacht.
Hoe vaak komen variaties in geslachtskenmerken voor?
Hoe vaak variaties in geslachtskenmerken voorkomen is moeilijk te bepalen aangezien niet alle variaties (meteen) zichtbaar zijn, én omdat er internationaal weinig consensus bestaat over welke variaties dienen geteld te worden.
Volgens de Intersex Society of North America (ISNA)Externe link wordt in 1 op 1500 à 1 op 2000 geboortes een expert in geslachtsverschillen geconsulteerd omdat de uiterlijke genitalia onduidelijk zijn. Maar er zijn veel meer mensen die geboren worden met subtielere vormen van geslachtsvariaties, waarvan sommigen zelfs niet duidelijk zijn tot veel later in hun leven4 . In dit baanbrekend artikelExterne linkPDF is een overzicht te vinden van de geschatte aantallen.
Omdat niet alle variaties in geslachtskenmerken dezelfde fysieke uitdagingen geven of zelfs worden vastgesteld, loopt het geschatte cijfer zelfs op tot 1.7% van de bevolking. De kans op een variatie in geslachtskenmerken zou dan ongeveer even frequent zijn als de kans op het hebben van roskleurig haar. Het aantal intersekse personen is kortom niet precies bekend.
Mensenrechten en juridische situatie
In België worden tot op heden slechts twee geslachtsregistraties erkend: M en V. Dit noemt men een ‘gender-binaire opvatting’ en staat haaks op het idee van genderdiversiteit én diversiteit in geslachtskenmerken. De registratie van andere geslachtsvariaties of ‘X' is momenteel nog niet mogelijk in België (al werd ons land wel aangemaand door het Grondwettelijk Hof om hier snel verandering in te brengen). Dit betekent dat wanneer een kind wordt geboren met variaties in geslachtskenmerken, er moet gekozen worden tussen een registratie als vrouw of als man, terwijl het kind hier zelf nog geen uitspraken over kan doen.
Personen met een variatie in de geslachtskenmerken worden vaak geopereerd om hun genitaliën in lijn te brengen met het geregistreerd geslacht, op basis van medisch onderzoek en toelating van de ouders. Dit wordt 'normaliserende genitale chirurgie' genoemd5 . Dit kan echter een negatieve fysieke en psychologische impact hebben op het kind, aangezien deze vorm van chirurgie onomkeerbaar is en het kind niet altijd de mogelijkheid heeft om hiermee in te stemmen. Deze procedures kunnen vaak (maar niet altijd) probleemloos worden uitgesteld tot het kind zelf kan beslissen over welke procedures die al dan niet wenst te ondergaan6 .
Ook in de sportwereld ervaren intersekse personen vaak discriminatie. Er worden momenteel debatten gevoerd over de toelating van intersekse personen in (voornamelijk vrouwelijke) sportcompetities. Dit omdat verondersteld wordt dat hogere testosteronniveaus die deze personen zouden bezitten hen voordelen zou kunnen opleveren. Uit onderzoek7 blijkt echter dat dit niet het geval is, alsook is er sprake van verschillen in testosteronniveaus tussen niet-intersekse personen die ook met elkaar in competitie gaan.
Belangenbehartigers voor intersekse personen
- In Vlaanderen is de organisatie Intersekse VlaanderenExterne link en çavaria vzwExterne link actief;
- In Brussel is er de organisatie Genres PlurielsExterne link;
- Op Europees niveau is de koepelorganisatie OII EuropeExterne link de belangenbehartiger van de rechten van intersekse personen.
Variatie in geslachtskenmerken ≠ transgender
Het hebben van een variatie in geslachtskenmerken hoeft niet te leiden tot vragen over genderidentiteit. De meeste personen met een variatie in geslachtskenmerke twijfel niet over zich vrouwelijk, mannelijk of (geen van) beiden te voelen. Toch kan een intersekse beleving en een transgender identiteit samen voorkomen: bij de geboorte wordt immers voor het kind gekozen in welk geslacht het wordt geregistreerd en dus ook volgens welke gender het wordt opgevoed. Als het kind later blijk geeft zich eerder in een andere genderidentiteit thuis te voelen, dan kan dit aanleiding geven tot een transitie, medisch en/of enkel juridisch of sociaal.
De leefsituatie van personen met een variatie in geslachtskenmerken
Er is een groeiende internationale aandacht voor de sociale positie van personen met een variatie in geslachtskenmerken, maar tegelijkertijd is nog erg weinig wetenschappelijke onderzoek. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in Nederland publiceerde de uitkomsten van een verkennend onderzoek over de leefsituatie van personen met intersekse (Leven-met-intersekse/DSD (pdf)PDF).
Ook in Vlaanderen en op federaal niveau werkte het Centre for Research on Culture and Gender enkele beleidsvoorbereidende onderzoeken en projectenExterne link rond dit thema uit. Dit leidde o.a. tot een themanummer van het Tijdschrift voor SeksuologieExterne link en tot de informatieve website ideminfo.beExterne link, alsook tot de opstart van klankbordgroepen op federaal niveau waarin stakeholders samenkwamen om over het thema uit te wisselen en beleidsprioriteiten en noden te bepalen.
Zorg voor personen met een variatie in geslachtskenmerken
De meeste variaties in geslachtskenmerken veroorzaken geen medische problemen of brengen geen ziekte met zich mee. Sommige variaties brengen wel risico’s met zich mee: ze kunnen leiden tot verminderde onvruchtbaarheid of hormoontekorten. Ook zijn de variaties meestal niet pijnlijk. De meeste variaties vragen geen onmiddellijk noodzakelijke medische behandeling8 .
In Vlaanderen kunnen (ouders van) mensen met geslachtskenmerken terecht in het Centrum voor geslachtsontwikkelingExterne link, een multidisciplinair team. De infobrochure 'binnenste buiten'Externe link voor ouders van kinderen met variaties in geslachtskenmerken biedt ook veel info.
Meer info
- Informatieplatform IdemExterne link
- Informatietekst 'intersekse personen' van çavariaExterne link
- Informatietekst 'DSD' van DSD NederlandExterne link
- Informatietekst 'the six common biological sexes in humans'Externe link
- YouTube filmpje: what it's like to be intersexExterne link
- YouTube filmpje: je zal het maar zijnExterne link
- YouTube filmpje: what it's like to be intersexExterne link
- YouTube filmpje: we are here: intersex youthExterne link
- YouTube filmpje: XXXYExterne link
- YouTube filmpje: Wen Long is intersekse en vertelt erover in een filmExterne link
- Artikel Vice: intersekse mensen over het moment dat ze erachter kwamen dat ze intersekse zijnExterne link
- Artikel Vice: Marleen praat over haar leven als intersekse persoonExterne link
- Artikel Volkskrant: pas op mijn 19de kreeg ik te horen dat ik intersekse benExterne link
Bronnen
- 1 a Griffiths, D. A. (2018). Shifting syndromes: Sex chromosome variations and intersex classifications. Social Studies of Science, 48(1), 125-148.
- 2 a Callens, N., Longman, C., & Motmans, J. (2017). Intersekse/DSD in Vlaanderen : onderzoeksrapport in opdracht van de Vlaamse Overheid, Agentschap Binnenlands bestuur, Afdeling Gelijke Kansen, Integratie en Inburgering. Gent: UGent & UZ Gent.
- 3 a Callens, N., Longman, C., & Motmans, J. (2016). Terminologie en zorg- discours m.b.t. Differences of Sex Development (DSD)/intersekse in België. Onderzoeksrapport in opdracht van het Staatssecretariaat voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een functiebeberperking, Grootstedenbeleid en Wetenschapsbeleid. Gent: UZ Gent & UGent.
- 4 Blackless, M., Charuvastra, A., Derryck, A., Fausto‐Sterling, A., Lauzanne, K., & Lee, E. (2000). How sexually dimorphic are we? Review and synthesis. American Journal of Human Biology: The Official Journal of the Human Biology Association, 12(2), 151-166.
- 5 Warne, G., & Mann, A. (2011). Ethical and legal aspects of management for disorders of sex development, Journal of Paediatrics and Child Health, 47, 661-663.
- 6 Horowicz, E. M. (2017). Intersex children: Who are we really treating? Medical Law International, 17(3), 183-218.
- 7 Karzakis, K., Jordan-Young, R., Davis, G., & Camporesi, S. (2012). Out of bounds? A critique of the new policies on hyperandrogenism in elite female athletes. The American Journal of Bioethics, 12(7), 3-16.
- 8 Callens, N., van der Grift, T., & Cools, M. (2017). Een holistisch zorgbeleid voor Differences of Sex Development. TIJDSCHRIFT VOOR SEKSUOLOGIE, 41(2).
Is deze pagina duidelijk?
Laatst nagekeken op: .