Het is belangrijk dat ook personen die twijfelen over (stappen in) een transitie, die om welke reden dan ook op bepaalde stappen willen terugkeren of stoppen met identificeren als transgender, hiervoor terechtkunnen bij een hulpverlener. Uit onderzoek blijkt dat personen die op bepaalde stappen in een transitie willen terugkomen, zich vaak schamen en angst hebben om beoordeeld te worden door hun hulpverlener1

De Standards of Care (versie 8)Externe link schrijven voor dat hulpverleners die transgender en genderdiverse personen begeleiden, ook voorbereid moeten zijn om deze personen te ondersteunen. Volgens de SOC8 worden deze personen het best begeleid door een multidisciplinair team dat de motivatie voor deze beslissing diepgaand tracht te begrijpen. 

Spijt voorspellen

Of iemand later spijt krijgt van bepaalde stappen in een transitie is als hulpverlener onmogelijk te voorspellen. Het is dan ook niet wenselijk dat hulpverlening gericht is op het vermijden van spijt. Hulpverlening dient wel gericht te zijn op het correct informeren en begeleiden van personen bij het maken van keuzes binnen het transitieproces. Dit wil zeggen dat de voordelen, risico’s en gevolgen van elke optie goed moeten doorgesproken worden tijdens de begeleiding, en eventueel onrealistische verwachtingen moeten worden bijgesteld.

Belangrijk om in het achterhoofd te houden als hulpverlener is dat niét kiezen voor een genderbevestigende behandeling, of niet-affirmerende alternatieven voor een transitie ook opties zijn die aan bod kunnen komen tijdens de gespreksbegeleiding. Een sociale, juridische en/of medische transitie is immers niet voor iedereen de meest geschikte weg om te bewandelen.

Begeleiden van personen in detransitie

Ook personen die willen terugkomen op bepaalde stappen van een transitie of zich niet langer identificeren als transgender, kunnen nood hebben aan begeleiding. Een psychische hulpverlener kan bijvoorbeeld nuttig zijn om:

  • alternatieven te verkennen om met genderincongruentie om te gaan (indien die er nog is);
  • leren om te gaan met het gevoel van spijt van bepaalde keuzes;
  • leren om te gaan met fysieke en sociale veranderingen die gepaard gaan met een detransitie;
  • leren accepteren van de onomkeerbare gevolgen van bepaalde stappen die werden gezet (bv. een verlaagde stem na testosterongebruik);
  • te ondersteunen bij het inlichten van de omgeving (coming-out als detrans persoon);
  • trauma therapie;
  • ...

Daarnaast kunnen personen die stappen willen terugzetten ook nood hebben aan informatie, bijvoorbeeld over het stoppen of aanpassen van de hormoontherapie of de juridische gevolgen van terugkeren naar de oorspronkelijke geslachtsregistratie.

Belangrijk bij het begeleiden van deze personen is om er niet van uit te gaan dat personen die op stappen in de transitie willen terugkomen die transitie als een misstap zien. Uit de studie van MacKinnon2 blijkt dat de meerderheid van de personen in detransitie geen spijt hebben van de keuze om in transitie te gaan. Een niet-veroordelende houding gericht op de persoonlijke noden en ervaringen van de persoon is dus essentieel.

Laatst nagekeken op: .