Achtergrond

Transgender personen worden door de WereldgezondheidsorganisatieExterne link  (WHO) genoemd als één van de vijf hiv risicopopulaties, naast mannen die seks hebben met mannen (MSM), personen in gesloten centra, personen die drugs injecteren en sekswerkers. Verschillende onderzoeken hebben inderdaad aangetoond dat infectie met hiv bij transgender personen zeer hoog wordt geschat, vooral bij trans vrouwen. Een meta-analyse van 88 studies gepubliceerd tussen 2006 en 2018 komt zo op een hiv-prevalentie van 13,7% bij transgender personen, en 18,8% bij transgender vrouwen wereldwijd1 . De hiv-prevalentie bij gekleurde trans vrouwen wordt nog hoger geschat2 . Voor trans mannen wordt de hiv-prevalentie daarentegen zeer laag geschat, hoewel er heel weinig studies zijn die hiv bij trans mannen onderzochten.

Hoewel de hiv-prevalentie bij transgender personen zeer hoog wordt geschat, is het huidige onderzoek op dit vlak echter wel beperkt3 . Zo werden vaak steekproeven gebruikt van personen die een seksueel gezondheidscentrum of gemeenschapscentrum bezochten, en focust veel onderzoek op transgender personen die aan sekswerk doen, wat kan leiden tot een over-representatie van personen met een hoger risico op hiv. Ook focust het meeste onderzoek enkel op trans vrouwen, en is er zo goed als geen onderzoek dat rekening houdt met non-binaire personen of identiteiten. Veel van deze studies situeren zich bovendien in de Verenigde Staten, Azië of Zuid-Amerika, terwijl onderzoek naar hiv onder trans personen in Europa beperkt is.

Momenteel kunnen we op basis van het huidige onderzoek niet zeggen of de hiv-prevalentie bij transgender personen in België of Europa hoger is dan bij cisgender personen. Het Transgender Infopunt analyseerde de eerste data die de prevalentie van hiv bij transgender personen uit Georgië, Servië, Zweden, Polen, Spanje en België blootlegt (N = 1263). Uit deze surveydata blijkt dat zo’n 65% de eigen hiv-status kende, waarvan 13 participanten aangaven hiv-positief te zijn, waarvan 11 trans vrouwen, 1 non-binair persoon en één trans man. Dit is 1,6% van de personen die hun hiv-status kenden, of 1% van de totale steekproef. Wel hadden 9 van de 13 participanten met hiv een geschiedenis in sekswerk. Ook verscheen er zeer recent een Britse studie die prevalentie van hiv bij transgender en non-binaire personen berekende aan de hand van cijfers uit hun nationale hiv monitoring, waarin ze sinds 2015 de genderidentiteit van alle personen met hiv in het VK registreerden4 . In het VK zou zo’n 0,46-4,78 op 1000 transgender en non-binaire personen hiv-positief zijn. Deze prevalentiecijfers lijken veel lager te liggen dan de cijfers gerapporteerd in de internationale literatuur.

Onderzoeksopzet

Het onderzoek bestaat uit een voorbereidende fase, een dataverzamelingsfase, een analysefase en een rapportagefase.

Community mapping

Een belangrijk doel van het onderzoek is om een zo representatief mogelijke steekproef van transgender personen te bekomen. Wanneer we enkel data zouden verzamelen binnen de transgenderzorg, of op grote community evenementen zoals de Belgian Pride of de T-day, missen we een heel groot deel van de transgender gemeenschap. Sommige transgender personen hebben immers geen nood aan transgenderzorg, en anderen zal je niet terugvinden op een bijeenkomst van een praatgroep of een groot LGBT event.

Eigenlijk bestaat er niet zoiets als ‘de transgender gemeenschap’, want de Vlaamse transgender populatie is heel erg divers. Daarom voeren we eerst een voorbereidende “community mapping” studie uit waarbij we nagaan hoe transgender personen zich in Vlaanderen verenigen. We maken een lijst van plaatsen waar transgender personen aanwezig zijn, gaande van cafés, evenementen en praatgroepen, over individuele zorgverleners en grote genderteams, tot online discussiegroepen en fora.

Uit die lijst gaan we daarna random plaatsen en tijdstippen selecteren (“Time-Location Sampling”). ‘random’ staat voor op toevallige wijze: dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat bepaalde groepen niet over- of onderbelicht worden. Elke plaats en tijdstip heeft evenveel kans om al dan niet geselecteerd te worden.

Speekseltest

Er wordt een planning gemaakt met plaatsen en tijdstippen die we zullen bezoeken, om daar speekseltesten af te nemen. Hier is het opnieuw belangrijk om personen random of toevallig te selecteren: we zullen bijvoorbeeld aan elke derde persoon die ergens binnenkomt vragen of die wil deelnemen aan de studie. Dit opnieuw om te vermijden dat personen zichzelf selecteren (bijvoorbeeld omdat ze onveilige seks hadden) of dat de onderzoeker onbewust bepaalde mensen selecteert.

Wanneer je toestemt om deel te nemen aan de studie, zal je gevraagd worden om op een tablet enkele vragen in te vullen, en zelf een speekselstaal af te nemen. Je kan op de website van Swab2knowExterne link bekijken hoe je dat doet. 

Vragenlijst(en)

In deze studie wordt gebruikt gemaakt van twee vragenlijsten. De eerste vragenlijst wordt in combinatie met de speekseltest afgenomen. Deze peilt naar de seksuele contacten en mogelijkse seksuele en andere risico’s van de participant. Zo kan er gekeken worden of bepaald gedrag meer voorkomt bij een positieve hiv-besmetting. De tweede vragenlijst is vrijblijvend en zal dieper inzoomen op seksualiteitsbeleving en seksuele tevredenheid van de participanten. Er wordt gepeild naar de ervaring met seks, seksualiteit, lichaamsbeleving, tevredenheid, veilig vrijen en de noden die nog leven op vlak van seksuele gezondheid.

Resultaten

Na afloop van de dataverzamelingsfase, wordt alle data geanalyseerd. Dit zal resulteren in één of meerdere publicaties in peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften, én in een toegankelijk onderzoeksrapport. We vinden het belangrijk dat ook de personen waar het over gaat toegang hebben tot de onderzoeksresultaten. We zullen deze daarom vertalen naar inhoud voor onze website, fact sheets en infographics.

Laatst nagekeken op: .