Als rechtstaand kunnen plassen voor jou een belangrijke voorwaarde is, dan wordt er gebruik gemaakt van een buis-in-buis reconstructie: de binnenste buis dient als plasbuis voor de afvoer van de urine, de buitenste buis zorgt voor het volume en huidbedekking van de penis. Wat echter verschilt is welk weefsel men gebruikt om de plasbuis en penis te construeren. Dit is onder meer afhankelijk van de hoeveelheid vetweefsel die aanwezig is op de plaats waar het huidweefsel wordt genomen. 

Optie 1: plasbuis en penis van de onderarm

Dit is wereldwijd de meest toegepaste techniek. Hierbij gebruikt men zowel voor de plasbuis als de fallus, huid van de onderarm.

Op het huidoppervlak van de onderarm bevindt zich een belangrijke ader (vene), een slagader en twee huidzenuwen. Hierdoor wordt de flap (de huid van de onderarm) van bloed en gevoel voorzien. De vene, slagader en twee huidzenuwen worden tot en met de elleboog vrij gelegd waarna de gehele flap van de onderarm wordt los gemaakt. Het eerste deel van de huidflap wordt rond een urinesonde gesloten (met de huid naar binnen toe), zodat er een buisvormige constructie ontstaat: de plasbuis. Het tweede deel van de flap wordt, in tegenwijzerzin, om de plasbuis geslagen en vormt de schacht van de penis (met de huid naar buiten toe). De vene, slagader en zenuwen worden ter hoogte van de elleboog afgebonden en losgemaakt.

Op de plaats waar de huid en het vetweefsel weggenomen zijn (wond onderarm), gebeurt een huidtransplantatie met een huident. Hiervoor gebruikt men de huid van het bovenbeen. Dit geeft een wat verlittekend uitzicht en de arm zal er iets dunner uitzien. Eventueel kan daarna lipofilling uitgevoerd worden om het litteken op te vullen. Hierbij wordt via liposuctie vet uit de buik of billen gezogen en na centrifugering geïnjecteerd op de plaats van het litteken.

Optie 2: plasbuis van de lies en penis van het bovenbeen

Bij deze techniek wordt de plasbuis met behulp van weefsel van de lies verkregen en de penis met behulp van weefsel van het bovenbeen. Dit kan enkel indien er weinig vetweefsel aanwezig is in het bovenbeen. Ook de aanwezigheid van een slagader is vereist zodat die geconnecteerd kan worden met de ader in de liesstreek.

De plastisch chirurg maakt op de lies een huidflap los van de onderliggende structuren. In dit huidoppervlak bevindt zich een vene en slagader waardoor de flap (huid van de lies) van bloed wordt voorzien. De huidflap wordt rond de urinesonde gewikkeld zodat er een plasbuis ontstaat. De huid van de lies wordt daarna primair gesloten (zonder extra huidenten). Het litteken beperkt zich tot een streep in de lies. Vervolgens wordt op het bovenbeen een tweede flap afgetekend en losgemaakt. In dit huidoppervlak bevinden zich de belangrijkste zenuwen, venen en slagaders waardoor de flap (de huid van het bovenbeen) van bloed en gevoel wordt voorzien (zie figuur 6). De aan- en afvoerende bloedvaten blijven intact. De gehele flap wordt opgerold en daarna onder de huid- en beenspieren naar het gebied van de geslachtsdelen verplaatst.

Het ‘huiddefect’ (=schade van de huid en onderhuids weefsel) ten gevolge van de verwijdering van de huidflap op het bovenbeen, wordt zoveel mogelijk met behulp van omliggend weefsel gesloten. Eventueel wordt ook gebruik gemaakt van een huidtransplantaat (van het andere bovenbeen).

Optie 3: plasbuis en penis van het bovenbeen

Bij deze techniek wordt zowel de plasbuis als de penis geconstrueerd aan de hand van weefsel van het bovenbeen. Dit kan enkel indien er weinig vetweefsel aanwezig is in het bovenbeen. Ook de aanwezigheid van een slagader is vereist zodat die geconnecteerd kan worden met de ader in de liesstreek.

De plastisch chirurg tekent op het bovenbeen twee huidflappen af: één voor de plasbuis en één voor de fallus. In het huidoppervlak voor de plasbuis bevindt zich een vene, slagader en zenuw. De flap wordt van de onderliggende structuren vrij gelegd en rond de urinesonde gewikkeld om de plasbuis te construeren. Voor de constructie van de fallus gebruikt men het tweede afgetekende huidoppervlak in het bovenbeen. Daarin bevinden zich de belangrijkste zenuwen, venen en slagaders waardoor de flap (de huid van het bovenbeen) van voeling en bloed wordt voorzien (zie figuur 6). De gehele flap wordt van de onderliggende structuren vrij gelegd waarbij de gevoelszenuw wordt door gesneden. De aan- en afvoerende bloedvaten blijven intact. De gehele flap wordt opgerold en daarna onder de huid en beenspieren naar het gebied van de geslachtsdelen verplaatst.

Het ‘huiddefect’ (= schade van de huid en onderhuids weefsel) ten gevolge van de verwijdering van de huidflap op het bovenbeen wordt gesloten aan de hand van een huidtransplantaat (van het andere bovenbeen).

Optie 4: plasbuis van onderarm en penis van bovenbeen

Bij deze techniek wordt de plasbuis met behulp van weefsel van de onderarm verkregen en de fallus aan de hand van weefsel van het bovenbeen. Dit kan enkel indien er weinig vetweefsel aanwezig is in het bovenbeen. 

De plastisch chirurg maakt op de onderarm een huidflap los van de onderliggende structuren. In dit huidoppervlak bevindt zich een vene, en slagader waardoor de flap (huid van onderarm) van bloed wordt voorzien. De huidflap wordt om de urinesonde gewikkeld zodat er een plasbuis ontstaat. De huid van de arm wordt daarna gesloten. Dit geeft een licht verlittekend uitzicht en de onderarm zal er iets dunner uitzien. Op het bovenbeen wordt vervolgens een tweede flap afgetekend en losgemaakt. In dit huidoppervlak bevinden zich de belangrijkste zenuwen, venen en slagaders waardoor de flap (de huid van het bovenbeen) van voeling en bloed wordt voorzien. De gehele flap wordt vrij gelegd van de onderliggende structuren, waarbij de gevoelszenuw wordt doorgesneden. De aan- en afvoerende bloedvaten blijven intact. De gehele flap wordt opgerold en daarna onder de huid en beenspieren naar het gebied van de geslachtsdelen verplaatst.

Het ‘huiddefect’ (= schade van de huid en onderhuids weefsel) ten gevolge van de verwijdering van de huidflap op het bovenbeen wordt zoveel mogelijk met behulp van omliggend weefsel gesloten. Eventueel wordt ook gebruik gemaakt van een huidtransplantaat (van het andere bovenbeen).

Optie 5: plasbuis en penis uit de liezen

Bij deze techniek wordt zowel de plasbuis als de fallus gereconstrueerd aan de hand van weefsel uit de liezen.

In de ene lies wordt een huidflap losgemaakt van de onderliggende structuren. In dit huidoppervlak bevindt zich een vene en slagader. De losgemaakte huidflap wordt rond de urinesonde gewikkeld zodat een plasbuis ontstaat. De huid van de lies wordt daarna gesloten. Het litteken beperkt zich tot een streep in de lies. In de andere lies wordt een huidflap losgemaakt van de onderliggende structuren. In dit huidoppervlak bevindt zich een vene, slagader en zenuw. De gehele flap wordt vrij gelegd van de onderliggende structuren, waarbij de gevoelszenuw wordt door gesneden. De aan- en afvoerende bloedvaten blijven intact. De gehele flap wordt opgerold en daarna onder de huid naar het gebied van de geslachtsdelen verplaatst en om de eerste flap gewikkeld. De huid van deze lies wordt daarna ook gesloten. Ook dit litteken beperkt zich tot een streep in de lies.

Laatst nagekeken op: .