Wat zijn functie- en beroepsbenamingen?
Functie- en beroepsbenamingen worden gebruikt om te verwijzen naar iemands functie of beroep. Vaak worden ze opgenomen in vacatures of e-mailhandtekeningen.
Het comité van ministers van de Nederlandse Taalunie heeft in 1996 beslist om van overheidswege geen voorschriften op te leggen voor het gebruik van beroeps-, functie- en rolbenamingen. In 2011 is er wel een publicatie ‘gezocht: functienamen (m/v)’ verschenen om mensen toch wat handvaten te geven. Die publicatie is echter al lang gedateerd en gaat uit van een binair denken.
De laatste jaren is in onze samenleving het besef gegroeid dat er een grote diversiteit is aan genderidentiteiten. De vraag is dan welke beroeps-, functie- en rolbenamingen gebruikt kunnen worden om bijvoorbeeld non-binaire personen, of alle personen ongeacht hun gender, aan te duiden. In deze advies tekst van de TaalunieExterne link vind je meer aanbevelingen.
Verder is ook gebleken dat de generiek mannelijke benamingen zoals ‘acteur’ of ‘apotheker’ die in de publicatie van 2011 als ‘sekseneutraal’ worden benoemd, vaak niet zo neutraal worden geïnterpreteerd en dat ze zelfs nadelig kunnen zijn voor vrouwen. Ondanks dat er geen regels zijn, voelen heel wat werkgevers instinctief aan dat een aantal functiebenamingen gedateerd zijn. In 2013 verving de Orde van Geneesheren bijvoorbeeld het woord ‘geneesheer’ door ‘arts’. Het merendeel van de afgestudeerde huisartsen identificeerde zich namelijk toen als vrouw.
Soorten benamingen
Specifiek vrouwelijke/mannelijke benamingen en genderoverkoepelende benamingen
Aan het ene uiterste van het continuüm bevinden zich de specifiek vrouwelijke benamingen (verpleegster, lerares, politievrouw) die alleen naar vrouwen kunnen verwijzen. Aan het andere uiterste bevinden zich de specifiek mannelijke benamingen (verpleger, leraar, politieman). In het midden bevinden zich de genderoverkoepelende benamingen (verpleegkundige, leerkracht, politiepersoon) die zowel naar vrouwen, mannen alsook genderdiverse personen kunnen verwijzen.
Generiek mannelijke/vrouwelijke benamingen
Verder is er ook een grote groep van generiek mannelijke benamingen (politieagent, advocaat, chauffeur). Die hebben zowel kenmerken van specifiek mannelijke benamingen als van genderoverkoepelende benamingen. Ze zijn grammaticaal mannelijk en worden vooral gebruikt om naar mannen te verwijzen. Daarnaast hebben ze echter ook een generieke betekenis want er wordt ook mee verwezen naar vrouwen en genderdiverse personen, naar iemand waarvan het gender niet gekend of relevant is, of naar een gemengde groep.
Ten slotte zijn er enkele generiek vrouwelijke benamingen: benamingen die grammaticaal vrouwelijk zijn, maar ook worden gebruikt om naar andere genders te verwijzen. Het gaat om vroedvrouw, dat in België de officiële beroepstitel is (in Nederland is de officiële beroepstitel verloskundige), en secretaresse, dat qua betekenis niet helemaal overeenkomt met de mannelijke tegenhanger secretaris en daardoor – zij het uitzonderlijk – ook gebruikt wordt door en voor mannen.
De mate waarin een generiek mannelijke benaming als mannelijk wordt ervaren, verschilt van benaming tot benaming.1 Bij sommige generiek mannelijke benamingen overheerst de 'mannelijke' betekenis (acteur, assistent, kunstenaar, muzikant). Ze leunen daardoor aan bij de specifiek mannelijke benamingen. Bij andere generiek mannelijke benamingen (arts, klant, chauffeur, lezer) overheerst de 'generieke' betekenis. Ze leunen daardoor aan bij de genderoverkoepelende benamingen.
Het gebruik van generiek mannelijke benamingen heeft als voordeel dat ook genderdiverse personen zich kunnen herkennen in de tekst, doordat er niet gespecificeerd wordt naar gender. Een nadeel van deze strategie is dat vrouwen niet expliciet worden aangesproken en daardoor onzichtbaar worden. De kans bestaat ook dat de benaming die wordt gebruikt een mannelijk beeld oproept. Dat is met name het geval als een generiek mannelijke benaming wordt gebruikt en vooral in het enkelvoud. Gebruik dus bij voorkeur een genderoverkoepelende benaming, bijvoorbeeld ‘boekhoudkundige’ in plaats van ‘boekhouder’ of ‘leerkracht’ in plaats van ‘leraar’ of ‘maatschappelijk werkende’ in plaats van ‘maatschappelijk werker’.
Vrouwen en non-binaire personen taalkundig zichtbaar maken
Om naar personen in algemene zin te verwijzen, kunnen ook verschillende benamingen worden gebruikt, bijvoorbeeld lerares/leraar. Deze strategie heeft het voordeel dat vrouwen taalkundig zichtbaar worden gemaakt en expliciet worden aangesproken. Onderzoek2 3 toont aan dat het gebruik van de mannelijke en vrouwelijke benaming in bijvoorbeeld personeelsadvertenties en studiebrochures ervoor zorgt dat meisjes en vrouwen meer interesse hebben voor beroepen die traditioneel door mannen worden uitgeoefend, en ook meer geneigd zijn om te solliciteren voor zulke functies. Het effect is het grootst als de vrouwelijke vorm eerst staat.
Om non-binaire personen niet uit te sluiten, verdient het aanbeveling om een genderoverkoepelende benaming toe te voegen, of om de generiek mannelijke benaming te vervangen door een genderoverkoepelende benaming. Bijvoorbeeld: "Wij zijn op zoek naar een ervaren boekhoudster/ boekhouder / boekhoudkundige of schrijfster / schrijver / schrijvende". Maar dit lukt uiteraard niet voor alle beroepen. Je zou ook kunnen schrijven: "We zoeken iemand voor de boekhouding of we zoeken iemand die een stuk wil schrijven".
Als er geen synoniem bestaat (psychiater, notaris, accountant, rechter) kan je (v/x/m) of (v_m) toevoegen. Speel hier met de volgorde. Gebruik bij voorkeur geen lera(a)r(s)(essen) of secretatis/resse omdat dit niet bevorderlijk is voor de leesbaarheid.
In plaats van |
Verkies |
---|---|
Medewerker/medewerkster Medewerk.st.er Medewerk(st)er Medewerk/st/er |
Collega, personeelslid, het personeel, personeelsleden
|
Boekhouder/boekhoudster |
Boekhoudkundige |
Redacteur/redactrice |
De redactie |
… zoekt poetsvrouw |
Poetshulp of poetspersoneel |
Treinbestuurders |
Treinbestuurders (v/x/m) |
Technieker |
Technisch personeel of technici |
Vaak heeft de keuze voor een functietitel te maken met gevoel en connotatie. Een vrouw noem je bijvoorbeeld geen acteur of presentator, want dat klink vreemd en verschilt voor velen te erg van het gemiddelde taalgebruik. We spreken dan veeleer over een actrice of presentatrice. Sommige vrouwen vinden het ook belangrijk om vrouwen zichtbaarder te maken in bepaalde beroepen en verwijzen expliciet naar zichzelf als ‘neurowetenschapster’ of ‘politieagente’.
Bij sommige beroepstitels wordt er zo danig uitgegaan van het mannelijke dat het wat creativiteit vraagt om ook vrouwen en non-binaire personen aan te spreken. Brandweerman wordt bijvoorbeeld brandweerlui of brandblusser of brandweerpersoon. Meester in de context van de rechtbank wordt bijvoorbeeld meestere of voorzittende. Meesteres zou gevoelsmatig niet zo positief onthaald worden, omdat het velen doet denken aan een geheel andere context.
Voor heel wat functies worden Engelse termen gebruikt (sales manager, HR officer,…). Het voordeel hiervan is dat ze ervaren worden als genderinclusief. Het nadeel is dat het gender onzichtbaar wordt.
Hoe een genderinclusieve vacature opstellen?
Als je in vacatures vermeldt dat alle geschikte kandidaten aangemoedigd worden om te solliciteren, ongeacht geslacht, etniciteit, seksuele oriëntatie, etc., neem dan ook ‘genderidentiteit’ en ‘genderexpressie’ op in dat rijtje. Daarmee geef je aan dat ook transgender personen welkom zijn om te solliciteren. Voorkom verplichtte invulvelden die ‘geslacht’ registreren, maar opteer voor ‘aanspreekvorm’ of ‘gender’ en zorg dat deze meer dan twee modelijkheden bevatten. In communicatie wordt enkel naar de genderidentiteit of het geslacht van een persoon gevraagd indien het relevant is.
Toon ook mannen, vrouwen en genderdiverse personen in álle beroepen en probeer genderstereotypen te doorbreken door bijvoorbeeld op jobsites mannelijke én vrouwelijke ingenieurs over hun job te laten vertellen. Of laat ook mannen aan het woord in een filmpje over de kleuterwerking van een school.
Bronnen
- 1 De Backer, M., & De Cuypere, L. (2012). The interpretation of masculine personal nouns in German and Dutch: A comparative experimental study. Language Sciences, 34(3), 253-268.
- 2 Vervecken, D., Gygax, P. M., Gabriel, U., Guillod, M., & Hannover, B. (2015). Warm-hearted businessmen, competitive housewives? Effects of gender-fair language on adolescents’ perceptions of occupations. Frontiers in psychology, 6, 1437.
- 3 Vervecken, D., Hannover, B., & Wolter, I. (2013). Changing (S) expectations: How gender fair job descriptions impact children's perceptions and interest regarding traditionally male occupations. Journal of Vocational Behavior, 82(3), 208-220.
Is deze pagina duidelijk?
Laatst nagekeken op: .