Binaire segregatie

Op dit moment bestaan er nog heel wat ruimtes waar er sprake is van een strikte man/vrouw opsplitsing. Denk hierbij aan toiletten, wachtzalen, ziekenhuiskamers, internaten, omkleed- en doucheruimtes,...

Niet iedereen voelt zich altijd fijn bij die opsplitsing en het kan uitsluitend werken voor transgender personen die zich noch in het man-hokje noch in het vrouw-hokje thuis voelen of zich in een prille transitie bevinden. Ook voor cisgender personen levert het soms moeilijkheden op. Denk maar aan een vader die zijn baby wil verschonen en geen luiertafel vindt in de mannentoiletten. 

Er is dus heel wat te zeggen voor het uitdenken van (gender)inclusievere infrastructuur. Het is belangrijk dat iedereen toegang heeft tot al deze ruimtes en er zich welkom voelt. Het vraagt wat denk-, overleg- en beleidswerk om tot structurele aanpassingen te komen, maar ook kleine aanpassingen kunnen op korte termijn al een wereld van verschil vormen.

In een arbeidscontext zijn werkgevers verplicht om toegankelijke sanitaire en hygiënische voorzieningen aan te bieden voor al hun personeelsleden. Zij moeten zorgen voor een respectvolle behandeling van alle personeelsleden, inclusief trans personeelsleden. In dat kader is het nodig dat werkgevers duidelijk zichtbaar maken dat trans personen het recht hebben om de ruimtes te gebruiken overeenkomstig met hun genderidentiteit.

De wetgever gaat uit van een zelfidentificatie recht voor en na het eventuele officieel wijzigen van voornaam- en geslachtsregistratie. Iemand verplicht laten wachten op een juridische voornaams- en geslachtswijziging of enkel uitgaan van iemands genderexpressie, om toegang te verlenen tot bepaalde ruimtes, is dus geen te adviseren piste. Dat is ook zo voor het verplicht opgestart zijn met een medisch traject. Weet dat niet elke trans persoon medische stappen wil of kan zetten. Opgestart zijn met een medisch traject zou dus ook geen reden mogen zijn om iemand de keuze voor een bepaalde ruimte te ontzeggen. 

Kamerindeling

Probeer bij de kamerindeling in een internaat of andere residentiële voorziening, tijdens bos- of zeeklassen, in een ziekenhuis, in een gevangenis,… na te denken over het nut van gegenderde afdelingen en kamers. Misschien is er op vlak van infrastructuur alsook op vlak van voorkeuren geuit door de verblijvers geen enkel probleem om enkel(e) gemengde afdelingen en kamers te voorzien. Soms ligt het wat gevoeliger of moeilijker. 

Houd in ieder geval zoveel mogelijk rekening met de genderidentiteit van de persoon in kwestie en diens individuele voorkeuren. Misschien is een eenpersoonskamer of een overplaatsing op aanvraag wel mogelijk? Denk bijvoorbeeld aan een trans man aan het begin van zijn transitie die op de vrouwenafdeling van de gevangenis verblijft en niet in de mogelijkheid is om zijn voornaam en/of geslachtsregistratie officieel te laten wijzigen noch veel te experimenteren met een meer mannelijke expressie. Misschien voelt hij zich nog tijdelijk comfortabel op de vrouwenafdeling, maar wellicht voelt hij zich binnenkort beter op de mannenafdeling. 

Ga zeker ook in gesprek met de andere verblijvers en andere betrokkenen zoals ouders en (extern) personeel en tracht tot een compromis te komen waar iedereen zich veilig en prettig bij voelt. In sommige contexten is het nog erg moeilijk om rekening te houden met iedereens wensen. Denk bijvoorbeeld aan de intrede van een trans vrouw in een nachtopvang of vluchthuis voor vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk en/of seksueel geweld. Mogelijks voelen de andere verblijvers zich niet prettig of veilig en is onderlinge dialoog en opbouw van vertrouwen noodzakelijk. Of denk bijvoorbeeld aan een meisje die omwille van religieuze of culturele redenen niet de kamer wil of mag delen met jongens. Doe een poging om hen te sensibiliseren rond (gender)inclusie en het transgenderthema, maar blijf rekening houden met ieders integriteit. 

Douche- en omkleed ruimtes

Probeer in de mate van het mogelijke aparte omkleedhokjes en/of douchehokjes te voorzien, bij voorkeur in een gemeenschappelijke ruimte geïntegreerd, zodat iedereen zich comfortabel kan omkleden en wassen. De meeste mensen, trans- én cisgender, vinden het fijn om wat privacy te hebben tijdens het douchen of omkleden. 

Ben je bang dat dit de samenhorigheid of groepsgeest zou aantasten (bijvoorbeeld samen douchen na een voetbalmatch)? Voorzie een extra gemeenschappelijke ruimte waar mensen na het omkleden of douchen samen kunnen komen.

Is het omwille van financiële of ruimte-technische redenen niet mogelijk om aparte ruimtes of aparte hokjes in een gemeenschappelijke ruimte te voorzien, vraag dan wat prettig zou aanvoelen voor de gebruikers. Misschien kan er thuis of wat vroeger gedoucht worden? Of kan er een aparte omkleedruimte voorzien worden? Of heeft de persoon in kwestie een duidelijke voorkeur voor de mannen of vrouwen ruimte?

Ga nooit uit van veronderstellingen, maar ga in dialoog met de persoon in kwestie en andere betrokkenen. Dit is altijd maatwerk, en onthoud dat iedereen andere voorkeuren heeft. De ene trans man wil niets liever dan zich bij de andere mannen omkleden, de ander voelt zich misschien tijdelijk nog even comfortabeler in een apart omkleedlokaaltje.

Sanitair

De opdeling in mannen- en vrouwentoiletten stamt uit een verleden waar vrouwen ongewenst waren op de werkvloer en hun kuisheid diende beschermd te worden. Het stamt af van het seksistisch puriteins tijdperk van de 19e eeuw. Voor de industriële revolutie hadden enkel mannen toegang tot publieke sferen en bleven vrouwen thuis om voor de kinderen te zorgen.

De intrede van vrouwen op de werkvloer ging samen met het ontstaan van gescheiden toiletten. Dit bleef niet bij de arbeidscontext, maar werd doorgetrokken naar heel wat andere publieke contexten.

De sterk gesegregeerde samenleving op basis van gender, ras, klasse en religie werd geleidelijk aan afgebouwd, maar de ideologie van de gescheiden gendersferen bleef in de praktijk overeind. Vreemd, want thuis of bijvoorbeeld op de trein zijn er toch ook geen gescheiden toiletten? 

Wat zegt de wet? 

In België bestaat voor publieke ruimtes geen regelgeving die verplicht tot het hebben van gescheiden mannen- en vrouwentoiletten.

Werk

Codex over het welzijn op het werk

In een werkruimte is de Codex over het welzijn op het werk van kracht. De regels betreffende de uitrusting van de voorzieningen bepalen dat werkgevers verplicht zijn om gescheiden toiletten te voorzien voor hun personeel, en dat werknemers zich vrij naar de toiletten moeten kunnen begeven. 

De Codex over het welzijn op het werk stelt: "Er wordt voorzien in aparte kleedkamers, douches en toiletten voor mannen en vrouwen." (art. III 1-45) en "De toiletten zijn volledig gescheiden voor mannen en vrouwen, en bevinden zich dicht bij hun werkpost, de rustlokalen, de kleedkamers en de douches." (art. III 1-56). Overtredingen hierop zijn strafbaar volgens de bepalingen van artikels 101 en 137 van het Sociaal Strafwetboek. 

De werkgever moet tenminste 1 toilet per 15 mannelijke en 1 toilet per 15 vrouwelijke werknemers die gelijktijdig worden tewerkgesteld voorzien. Daarbovenop mag men voorzien in een derde genderneutraal toiletruimte. Een neutraal toilet voorzien is echter geen verplichting.

Er zijn geen criteria bepaald aan de hand waarvan kan of moet worden nagegaan of de personen die de kleedkamers, douches en toiletten gebruiken een man of een vrouw zijn. De welzijnswetgeving biedt nog geen oplossing voor de situatie van personen die niet binnen de klassieke tweedeling man/vrouw vallen. Vaak wordt uitgegaan van de officiële geslachtsregistratie van de personeelsleden, d.w.z. het geslacht vermeld op de identiteitskaart. 

Belangrijk: Deze wetgeving geldt enkel voor werknemers. Voor klanten of bezoekers kan men wél perfect gemeenschappelijke toiletten voorzien. 

Genderwet van 10 mei 2007

De Genderwet verbiedt alle vormen van discriminatie op grond van geslacht (art. 19). Men spreekt van discriminatie wanneer de ene persoon ongunstiger wordt of zou worden behandeld dan een andere persoon in een vergelijkbare situatie op basis van geslacht (art. 5, 5°-6° Genderwet). 

Er zijn wel enkele uitzonderingen op het principe van gelijke behandeling in een arbeidscontext: 

  • positieve actie (art. 16);
  • de bepalingen betreffende de bescherming van zwangerschap en moederschap (art. 17);
  • onderscheidingen opgelegd door of krachtens een wet (art. 18);
  • wezenlijke en bepalende beroepsvereiste (art. 13).

In alle andere situaties is er sprake van discriminatie en is de Genderwet van toepassing (art. 6, § 1, 5°). . Het begrip arbeidsbetrekkingen wordt in art. 6, § 2 van de Genderwet ruim omschreven, inclusief “regelingen met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun arbeid". De Genderwet is bijgevolg toepasbaar op het gebruik van sanitaire ruimtes op het werk.

Belangrijk: De criteria genderidentiteit, genderexpressie en seksekenmerken worden met het criterium geslacht gelijkgesteld (art. 4, § 2-3).

Wanneer transgenders werknemers geen gebruik mogen maken van de sanitaire, omkleed- en doucheruimtes die overeenstemmen met hun genderidentiteit en genderexpressie, zou dit een ongunstige behandeling kunnen zijn in vergelijking met cisgender werknemers. Cisgender werknemers kunnen namelijk, in tegenstelling tot transgender werknemers, altijd gebruik maken van de ruimtes die met hun genderidentiteit en genderexpressie overeenkomen. 

Welzijnswet van 4 augustus 1996

De Welzijnswet verbiedt alle vormen van pesterijen op het werk. Het niet respecteren van iemands genderidentiteit en genderexpressie zou als pesterijen kunnen aanzien worden. In de Welzijnswet wordt namelijk expliciet aangegeven dat pesterijen in het bijzonder verband kunnen houden met genderidentiteit en genderexpressie (art. 32, ter °).

Horeca

Horeca Vlaanderen verplicht gescheiden man/vrouw personeelstoiletten maar laat de vrijheid bij bezoekerstoiletten. Ze stellen: "De controledienst van het FAVV bevestigt dat er inderdaad bij wet geen verplicht minimumaantal toiletten bepaald is, noch een verplichte scheiding voor mannen- en vrouwentoiletten. De controlediensten interpreteren daarop op basis van de redelijkheid en het gezond verstand geval per geval of er een voldoende aantal toiletten aanwezig is." 

Onderwijs

Er bestaat geen allesomvattende regelgeving voor sanitair in onderwijsinstellingen. Het zijn uiteraard arbeidsplaatsen voor leerkrachten, administratief en ondersteunend personeel en gelijkgestelde leerlingen (= leerlingen en studenten die een opleiding volgen die voorziet in een vorm van arbeid in de onderwijsinstelling). Hierdoor is de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werkExterne link  van toepassing. De uitvoeringsbesluiten van deze wet zijn opgenomen in het KB van 28 april 2017 - Codex over het welzijn op het werk (2017) (en wijzigingen)Externe link . Voor alle andere leerlingen zijn er geen specifieke wettelijke bepalingen. Dat betekent dat men wel moet voorzien in gescheiden toiletten voor personeel, maar niet voor leerlingen.

Bovenop de gescheiden toiletten mag een onderwijsinstelling ook een derde genderneutrale toiletruimte installeren voor het personeel en de leerlingen.

AGIONExterne link (Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs) verwijst naar een aanbevelingstekstExterne link (bij gebrek aan allesomvattende regelgeving) geschreven door een commissie van deskundigen (vertegenwoordigers van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, het GO!, het OVSG, de onderwijsinspectie en AGION). Deze geeft aan dat de sanitaire lokalen voor jongens en meisjes dienen gescheiden te zijn, met uitzondering van deze voor de kleuterklassen.

Het lijkt hen hierbij aangewezen dat de sanitaire ruimten voor de leerlingen minimaal het volgende omvatten (met afronding naar bovenste geheel getal en berekend op het aantal effectief simultaan aanwezige leerlingen):

  • 1 individuele wc per 15 meisjes
  • 1 individuele wc per 25 jongens
  • 1 urinoir per 15 jongens (de urinoirs mogen vervangen worden door individuele wc's)

Maar deze aanbevelingstekst is niet bindend en schoolbesturen die ervan willen afwijken, en toch willen opteren voor genderinclusief sanitair kunnen dit perfect. Angst voor sancties vanuit onderwijsinspectie is ongegrond. Zolang de toiletten "veilig en goed bereikbaar zijn, voldoende privacy bieden (= geen inkijk mogelijk) maar ook voldoende toezichtmogelijkheden bieden", is er voor hen geen probleem. Er wordt ook aangeraden om in elk toilethokje een lavabo te hebben, maar dat is geen vereiste en mag ook gemeenschappelijk.

Op de website van Onderwijsinspectie VlaanderenExterne link is dan ook het volgende te lezen: 

"De toiletten voor de lerenden zijn gescheiden van de toiletten voor de teamleden. Voor de lerenden (m.u.v. de kleuters) zijn er gescheiden toiletten voor jongens en meisjes of genderneutrale toiletten. Voor de teamleden zijn er gescheiden toiletten voor mannen en vrouwen. Bijkomend kan de instelling ook in genderneutrale toiletten voorzien. De genderneutrale toiletten zijn in voldoende mate afgesloten, zodat ze de nodige privacy bieden en inkijk onmogelijk is. Pictogrammen maken duidelijk dat het over genderneutrale toiletten gaat."

Bij nieuwe bouwplannen voor sanitair kan dit dus perfect opgenomen worden. Het is vaak ook goedkoper om te opteren voor genderinclusief sanitair. Ook bij bestaande toiletten kunnen de man/vrouw pictogrammen vervangen worden door eenzelfde logo aan beide blokken. Het best opteer je dan voor allemaal gescheiden toilethokjes. Er wordt aangeraden om dit als directie goed door te praten met het voltallig team, de preventieadviseur en het comité preventie en bescherming op het werk. 

Hoe maak je sanitaire ruimtes genderinclusief?  

Eén van de makkelijkste oplossingen op korte termijn is het voorzien van nieuwe pictogrammen, zonder dat je verbouwingswerken hoeft uit te voeren. Zo kan je het mannetjes pictogram en het vrouwtjes pictogram vervangen door één universeel herkenbaar 'WC' pictogram of een pictogram waar een toiletpot op afgebeeld staat.

Wil je toch nog graag een onderscheid maken, dan kan je werken met een V/X en een M/X WC pictogram (zie illustratie hieronder). 

Afbeelding van twee logo's: wc m/x en wc v/x

Heb je ruimte om te (ver)bouwen? Op langere termijn is het dan een veel betere optie om één grote, genderinclusieve toiletruimte te maken. In deze ruimte vind men dan minimaal volgende zaken terug:

  • voldoende volledig afgesloten toilethokjes mét vuilbakje;
  • eventueel volledig afgeschermde urinoirs;
  • een luiertafel;
  • een ruimer toilet voor personen met een fysieke handicap;
  • voldoende wasbekkens;

Geef bij de inkom via pictogrammen aan welke voorzieningen er zich achter de deur bevinden, en maak kenbaar dat de toiletten voor iedereen toegankelijk zijn. Hiervoor kan je simpelweg het universeel herkenbare ‘WC’ pictogram of een pictogram van een toiletpot gebruiken.Afbeelding van logo's: toilet, douche, luiertafel, piscine bij binnenkomen sanitaire ruimte

Afbeelding van een inclusieve sanitaire ruimteIndien het niet of niet onmiddellijk mogelijk is om het sanitair genderinclusief te maken, dan kan je een apart derde genderinclusief toilet voorzien. Houd er wel rekening mee dat dit stigmatiserend kan werken. Soms wordt een trans persoon verzocht om gebruik te maken van het toilet voor mensen met een handicap. Houd er rekening mee dat de meeste trans personen dit geen fijne oplossing vinden.  

Hoe ga je om met weerstand?

Hygiëne en veiligheid

De denkpiste dat vrouwen hun toilet moeten delen met ‘onhygiënische mannen’ die alles onder plassen of de gedachte een ziekenhuiskamer te moeten delen met een ‘glurende man’, zorgt bij velen voor paniek en een onveilig gevoel. Dat vrouwen properder zijn dan mannen is natuurlijk een vooroordeel en de mate waarin je respect hebt voor het kuiswerk van de kuisploeg is een kwestie van opvoeding.

Natuurlijk mogen we het onveiligheidsgevoel van vrouwen niet minimaliseren, want seksueel geweld tegen vrouwen komt nog te vaak voor. We moeten echter wel kijken of die angsten wel gestaafd zijn. Mogelijks is genderinclusief sanitair net veiliger voor vrouwen, en zeker ook voor LGBTI+ personen. De controle die optreedt als mannen deze ruimtes betreden, werkt mogelijks beschermend. Mannen controleren elkaar als het ware. Bovendien laat iemand met slechte intenties zich heus niet tegenhouden door een vrouwensymbool aan de deur.

Er is onderzoek dat aangeeft dat geweld gepleegd wordt op vrouwentoiletten, maar vaak ook net buiten de toiletvoorziening. Daarnaast is er veel onderzoek over geweld op gescheiden toiletten op LGBTI personen. Er is nog geen onderzoek dat vergelijkt, noch dat geweld in gemengde voorzieningen onderzocht. Wél is er onderzoek dat aangeeft dat genderinclusief sanitair een boodschap van inclusiviteit uitstraalt waar ook ander groepen mee gebaat zijn.  

Tegenstanders of critici van genderinclusief sanitair beroepen zich op de eerbaarheid van vrouwen en vrezen dat trans vrouwen en mannen cis vrouwen zouden lastig vallen. Onderzoek 1 toonde echter aan dat de meeste cis vrouwen positief staan ten aanzien van genderinclusieve toiletten. Het merendeel van de respondenten voelde zich ook niet bedreigd of onveilig bij de gedachte het sanitair te delen met trans vrouwen. Verrassend genoeg zijn het veeleer cisgender mannen die moeite hebben met genderinclusief sanitair, wat vermoedelijk toe te schrijven valt aan het feit dat ze cis vrouwen willen beschermen en vanuit een patriarchaal denken handelen.

De wc-segregatie gaat ook uit van een heteronormatief gedachtengoed waarbij enkel mannen vrouwen kunnen lastigvallen. Het potentieel voorkomen van seksuele intimidatie van mannen door mannen of vrouwen door vrouwen wordt volledig genegeerd. 

Iedereen wil in alle veiligheid en privacy naar het toilet kunnen gaan, ook trans personen. Daarom hebben we al wetten die het illegaal maken om mensen lastig te vallen of hun privacy te schenden. Deze wetten worden gebruikt om geweld te voorkomen, mensen veilig te houden en daders verantwoordelijk te stellen. Trans personen maken deel uit van onze werkplekken en openbare ruimte, en moeten net als iedereen veilig gebruik kunnen maken van het toilet.

Uit een onderzoek van Steunpunt Gelijkekansenbeleid2 blijkt echter dat trans personen vaker slachtoffer zijn van seksueel en verbaal geweld op het toilet. 78.9% van hen maakte minstens één keer in hun leven een vorm van verbaal of psychisch geweld mee in België omwille van hun transgender identiteit of achtergrond. 2,7% van deze gevallen gebeurden in een openbaar toilet. 31,7% van hen maakte seksueel geweld mee, waarvan 5,7% in openbare toiletten. Door het risico op geweld of vreemde blikken beperken heel wat trans personen hun wc-bezoeken, waardoor ze mogelijks fysieke problemen ondervinden zoals dehydratatie en nierinfecties3.  

Absurde heerschappij van een minderheidsgroep

Een ander tegenargument gaat over de zogezegde absurde heerschappij van een absolute minderheid. Nochtans kunnen genderinclusieve toiletten op lange termijn voordelen bieden voor ons allemaal. Een startend bedrijf moet bijvoorbeeld minder middelen voorzien voor sanitaire infrastructuur. Verder dragen genderinclusieve toiletten bij tot het verminderen van wachtrijen. Lees er hierExterne link meer over. 

Vrouwen gebruiken gemiddeld gezien vaker het toilet, blijven er vaak langer hangen en de toilettijd duurt anderhalf tot twee keer zo lang dan die van mannen. Niet alleen omdat vrouwen al zittend moeten plassen, maar ook omdat veel ‘vrouwenkledij’ moeilijker uit te doen is, denk maar aan panty’s of een jurk. Bovendien hebben ze meer tijd nodig om zich te verschonen tijdens de menstruatieperiode. En hoewel vrouwen het toilet vaker gebruiken en er langer over doen, zijn er evenveel toiletten voorzien voor beide genders. Verder kunnen alle ouders hun kinderen én begeleiders hun hulpbehoevenden verschonen of verzorgen, ongeacht hun gender. Genoeg argumenten om negatieve reacties ten aanzien van genderinclusief sanitair te weerleggen dus4.

Integriteit en anti-discriminatie/pestbeleid

Gemengde douches en (kleed)kamers liggen terecht wat gevoeliger. Op een tweepersoonskamer heb je niet die controle van anderen, en in een gemengde slaapzaal of douche kan er volgens wantrouwige ouders, begeleiders, sporters of reizenden veel gebeuren. Komt daar bij dat menig gelovig persoon de kamer of douche niet wil delen vanuit religieuze of culturele overwegingen.

Iemands veiligheid en integriteit moet natuurlijk altijd primeren op het streven naar genderinclusie. Sommige contexten en doelgroepen vereisen maatwerk en dialoog. Je dient rekening te houden met alle partijen, maar je moet ook durven communiceren over het anti-pest en anti-discriminatiebeleid.

Ook een goed uitgedacht beleid rond het gebruik van sanitaire voorzieningen kan heel wat conflict en discussie voorkomen. Belangrijk is dat deze beleidstekst aan elke werknemer gecommuniceerd wordt en makkelijk terug te vinden is. Neem hier zeker de volgende standpunten in op:

  • Elke werknemer mag gebruik maken van de sanitaire-, omkleed- en doucheruimtes passend bij de genderidentiteit (ongeacht of men medische of juridische stappen heeft gezet);
  • Werknemers die hier vragen of bemerkingen bijhebben kunnen terecht bij HR, directie, preventieadviseur of een vertrouwenspersoon;
  • Tegen misbruik maar ook tegen uitsluiting of pesterijen zal er opgetreden worden. 

Naast een beleidstekst kan er ingezet worden op sensibiliseren en informeren over het transgenderthema van de werknemers. Op die manier kan er begrip groeien ten aanzien van medecollega's die transgender zijn. 

 

Laatst nagekeken op: .