Trans health map: hoe is het gesteld met de genderzorg in de EU?
Vandaag introduceert TGEU de Trans Health MapExterne link, een uniek hulpmiddel binnen de EU om te wijzen op de dringende zorgbehoeften van trans personen.
Deze kaart verschijnt op een belangrijk moment, want veel van de kwesties die erin naar voren komen, zullen naar verwachting in 2025 worden opgepakt door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in hun nieuwe richtlijnen voor trans-specifieke zorg. Deze richtlijnen moeten EU-lidstaten heldere en concrete aanbevelingen bieden om noodzakelijke verbeteringen in genderzorg door te voeren.
Vooruitgang maar ook obstakels
Ondanks vooruitgang blijven grote obstakels bestaan in de toegankelijkheid van genderzorg binnen de EU. Hoewel meer landen vandaag de dag toegang bieden tot verschillende vormen van zorg, blijven structurele problemen bestaan, en ondervinden trans personen nog steeds vertragingen in hun zorg en zijn ze blootgesteld aan aanhoudende stigma’s.
Ondanks hervormingen van de WHO in 2019 gebruiken nog altijd 12 lidstaten de diagnose ‘Transseksualiteit’ als uitgangspunt. Lange wachttijden, discriminatie en de nadruk op pathologiseren en psychiatrische beoordeling vormen hardnekkige obstakels. Zorgsystemen schieten daarnaast tekort in het bieden van zorg aan groepen als non-binaire mensen en asielzoekers. Bovendien vergoeden veel lidstaten trans-specifieke zorg nauwelijks, waardoor deze slechts beschikbaar is voor wie het zelf kan betalen.
Pathologisering
Ondanks de WHO-hervormingen van 2019 – waarbij transidentiteiten niet langer worden gezien als psychische aandoening – is trans-specifieke zorg in veel lidstaten nog steeds gepathologiseerd. Slechts in Malta, Denemarken en enkele regio's van Spanje is een diagnose niet nodig voor toegang tot trans-specifieke zorg.
Hormonale behandeling
De beschikbaarheid en publieke financiering voor een genderbevestigende hormonale behandeling, een essentiële medische behandeling binnen trans-specifieke zorg, verschilt sterk per EU-land. Hoewel in alle lidstaten toegang is tot testosteron en oestrogeen, bieden Hongarije, Letland en Roemenië hierop een uitzondering. Publieke dekking voor deze behandelingen is beperkt in heel wat landen.
Puberteitsblokkers
In 18 EU-lidstaten mogen puberteitsblokkers worden aangeboden aan jonge trans personen. In 14 van deze landen wordt minstens 70 procent van de kosten vergoed. In bijna alle lidstaten die puberteitsblokkers toestaan, is ook hormoonvervangende therapie voor jongeren beschikbaar, met uitzondering van Estland en Slovenië. Ondanks de publieke aandacht en de verspreiding van desinformatie over trans-specifieke zorg in Europa, toont de Trans Health Map 2024 aan dat EU-lidstaten niet op weg zijn om dergelijke zorg te verbieden.
Lange wachttijden
In de EU variëren wachttijden voor trans-specifieke zorg van enkele maanden tot meer dan drie jaar. In landen zoals Zweden, België, Nederland, Finland en Italië, waar zorg o.a. wordt verleend via gespecialiseerde centra, ligt de wachttijd tussen de één en drie jaar. In Ierland is de situatie bijzonder ernstig; door de beperkte capaciteit van de National Gender Service (NGS) bedraagt de wachttijd meer dan tien jaar, wat zorg ontoegankelijk maakt.
Bepaalde groepen binnen de transgemeenschap ondervinden extra obstakels. In 22 EU-lidstaten is het voor non-binaire personen moeilijker om toegang te krijgen tot trans-specifieke zorg. Vaak moeten zij aan extra voorwaarden voldoen, omdat de zorg voornamelijk gericht is op binaire trans personen.
Asielzoekers hebben in 19 lidstaten ook moeilijker toegang tot trans-specifieke zorg. In de meeste gevallen wordt zorg uitgesteld totdat de asielaanvraag is verwerkt, of pas verleend als de persoon in hun land van herkomst al met de behandeling is begonnen.
In Hongarije bevinden trans personen zich in een bijzonder kwetsbare positie vanwege de huidige politieke situatie, het verbod op juridische erkenning van genderidentiteit en de druk op ondersteunende zorgverleners. Hierdoor moeten Hongaarse trans personen hun zorg vaak onderbreken of deze in het buitenland zoeken, wat extra kosten met zich meebrengt.
Seksuele en reproductieve gezondheid
De zorgbehoeften van trans personen op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid krijgen steeds meer erkenning. Elf EU-lidstaten vergoeden PrEP volledig als onderdeel van hiv-preventie voor trans personen, wat een belangrijke stap is in het erkennen van hun zorgbehoeften. In lidstaten zoals Bulgarije, Hongarije en Roemenië – landen met een hoog aantal nieuwe hiv-infecties en gerelateerde sterfgevallen – is er echter geen dekking, wat bijdraagt aan de ongelijkheid in zorg.
Lang niet alle lidstaten bieden trans personen opties voor vruchtbaarheidsbehoud binnen trans-specifieke zorg, ondanks het belang hiervan voor hun kwaliteit van leven en de mogelijkheid om kinderen te krijgen. Toegang is vaak beperkt door uitsluiting, onduidelijke richtlijnen, gebrek aan kennis bij zorgverleners of onvoldoende publieke financiering. Slechts 14 lidstaten bieden enige vorm van vruchtbaarheidsbehoud, en nog minder (10) bieden hiervoor enige publieke financiering. Spanje is het enige land dat trans personen toegang tot ART (zoals gametenbewaring en IVF) wettelijk garandeert.