Diabetes (suikerziekte) is een chronische aandoening waarbij een persoon te veel glucose (suiker) in het bloed heeft. Dit kan twee oorzaken hebben:

  1. Het lichaam maakt onvoldoende insuline aan;
  2. De geproduceerde insuline is onvoldoende werkzaam.

In beide gevallen kunnen de cellen onvoldoende glucose opnemen, waardoor dit ophoopt in het bloed. Diabetes manifesteert zich in verschillende types. De twee meest voorkomende types zijn diabetes type 1Externe link en diabetes type 2Externe link .

Diabetes en hormonen

Er bestaan weinig studies die de aanwezigheid van diabetes tussen transgender en cisgender personen vergelijken, onafhankelijk van hormoongebruik. Recente gegevens uit een Amerikaanse studie1  toonden echter wel aan dat diabetes type 2 meer voorkwam bij trans vrouwen in vergelijking met cisgender vrouwen, maar niet vaker dan bij cisgender mannen. In dezelfde studie werden geen opvallende verschillen vastgesteld van diabetes type 2 bij trans vrouwen en transgender personen in het algemeen na het starten van hormoontherapie. De gemiddelde follow-up bedroeg respectievelijk 2,8 tot 3,1 jaar.

Echter oefent hormoontherapie wel een belangrijk effect uit op de lichaamssamenstelling van transgender personen. Zo wordt globaal vastgesteld dat:

Bovenstaande en andere directe effecten van hormoontherapie, kunnen een invloed uitoefenen op het glucosemetabolisme. Daarnaast spelen ook andere factoren die gepaard gaan met een (medische) transitie, zoals verandering in dieet en lichaamsinspanning, een belangrijke rol.

Effecten van hormonenbehandeling op ontwikkeling diabetes

De effecten van hormonale behandeling op het glucosemetabolisme, het risico op ontwikkeling van diabetes en het effect op de diabetesregeling is nog nauwelijks onderzocht. Studies die momenteel beschikbaar zijn tonen wel een afname in insulinegevoeligheid bij personen die een oestrogeenbehandeling nemen. Bij personen die testosteron nemen vonden sommige studies2  een verbetering op parameters van insulinegevoeligheid. Andere studies3  vonden geen effect, nog andere studies4 vonden een achteruitgang. De verschillende resultaten in de studies zijn mogelijks ook te wijten aan andere verschillen in populaties, duur van follow-up en type hormonale behandeling. 

Er zijn ook studies5 6  bij andere populaties, waaronder seksuele minderheden, die erop wijzen dat chronische en acute psychosociale stress de ontwikkeling en controle van diabetes type 2 kan mediëren. 

Gevolgen van veranderingen in insulinegevoeligheid

Veranderingen in insulinegevoeligheid bij transgender personen die een hormoonbehandeling volgen, lijken niet te leiden tot een toenemende incidentie van diabetes op korte termijn. Een Belgische studie7  toonde wel een verhoogd aantal diabetes type 2 in vergelijking met de algemene Belgische populatie, maar deze was niet gecorrigeerd voor risicofactoren voor het ontwikkelen van diabetes. Bovendien kan er ook sprake zijn van een screeningsbias.

De effecten van hormonale therapie op een diabetes behandeling bij transgender patiënten is nog niet bestudeerd. Door de mogelijke effecten van hormonale therapie op het glucosemetabolisme is het aannemelijk om een nauwgezette opvolging te voorzien. Bovendien is een goed gecontroleerd glucosemetabolisme ook zeer belangrijk pre- en postoperatief om wondgenezing te optimaliseren en infectierisico te verminderen.

Laatst nagekeken op: .